Toespraak 30-jarig jubileum IvOC, Assumptionisten

Tijdens het 30-jarig jubileum van het IvOC heeft pater Iulian Danca namens de Assumptionisten een korte toespraak gegeven. Hieronder vindt u zijn tekst:

Op 26 augustus 2018 hebben de assumptionisten afscheid genomen van hun laatste communiteit in Nederland, het kloosterkasteel van Boxtel. Dit markeerde het einde van een 103-jarige aanwezigheid van de assumptionisten, zoals pater Jan Zuiker destijds stelde. Voor mij, iemand die voor het eerst in Nederland is, oogt het kloosterkasteel simpelweg als een mooie foto uit een album. In de geest van pater Zuiker is het goed om ons af te vragen: “wat was de betekenis van dit hele avontuur? Is dit avontuur slechts iets uit het verleden, iets nostalgisch?” Om de woorden van Vicent van Gogh in zijn brief aan zijn broer Theo te gebruiken: “Is het een bewijs van ‘vreselijke helderheid’?”

Onze feestelijke bijeenkomst spreekt deze zoete melancholie die ons van tijd tot tijd in zijn greep houdt ietwat tegen. In die zin was ik zeer ontroerd door de woorden van een van uw collega’s, die u hier op deze gewaardeerde universiteit voorging: professor en nu heilige Titus Brandsma. Hij stelde namelijk: “God heeft het laatste woord.” Totdat deze woorden daadwerkelijke uitgesproken worden (wanneer we ongetwijfeld aan het einde der tijden zijn gekomen), gaat de geschiedenis verder. De geschiedenis metamorfoseert, past zich aan de veranderende omstandigheden aan en vindt zichzelf opnieuw uit, zodat datgene wat eerder een intuïtie was, kan blijven bestaan. Het moet vruchtbaar zijn voor de toekomst. Wat betreft de geschiedenis van het IVOC, als ik het in minder geleerde termen mag uitdrukken, gaat het vooral een geschiedenis van ‘bevruchting’. Jazeker, ik ben me ervan bewust dat ik in het land van de bloemen ben, waar het tulpenseizoen net ten einde is. Ik ga het hier echter niet over bloemen hebben, aangezien ik amper in staat ben een roos van een tulp te onderscheiden. Graag wil ik het hebben over wat het nu precies betekend om vandaag 30 jaar IVOC te vieren.

Zoals u weet, is 30 jaar een mooie leeftijd. Het is de leeftijd van volwassenheid. Het is onder andere de leeftijd waarop Jezus zijn missie begon. Met andere woorden, voor het instituut moet het beste nog komen. Vanzelfsprekend danken wij het verleden en kijken met vertrouwen naar de toekomst. Ik weet niet of pater Benoit Bigard, die me vroeg om namens hem te spreken tijdens dit jubileum, het met al mijn woorden eens zou zijn. Moeten we niet van deze gelegenheid gebruik maken om het glorieuze verleden van de Assumptionisten in dit land wat meer te erkennen en te bedanken? Dat zal ongetwijfeld moeten. Hoe kunnen we dat doen als we u niet aanmoedigen om naar de toekomst te kijken en daarbij de enige taak aan te pakken die bij het instituut berust, namelijk het zoeken naar eenheid?

De Assumptionisten, middels de oprichting van het Instituut voor Byzantijnse en Oecumenische Studies (de voorganger van het IvOC), wilden op hun eigen manier bijdragen aan deze eenheid door onderzoek en wetenschappelijke publicaties. Het is Paus Franciscus die afgelopen maand ten overstaande van de leden van de Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen stelde: “O andiamo insieme, tutte le confessioni fraterne, o non si cammina” [“Of we gaan samen, alle broederlijke gemeenschappen, of we lopen niet”]. Ik denk dat deze woorden in het Italiaans geen vertaling behoeven. We kunnen stellen dat een dergelijke uitspraak helemaal niet genuanceerd is. Het is scherp geformuleerd. Toch is het niet ongebruikelijk om iets zo scherp te stellen, aangezien het smeden van eenheid een veeleisend proces is. Wanneer we naar de oorlog in Oekraïne kijken, zien we hoe moeilijk het is om eenheid te bewerkstelligen. Het is onze taak, ook al zou het keer op keer een ‘nieuw’ begin zijn, te streven naar eenheid.  

Is dat niet een van de doelstellingen van het instituut? Ik citeer op basis van de informatie van de webpagina: Further objectives are: To continue the work of the Institute of Byzantine and Ecumenical Studies. To enrich and deepen forms of Western Christianity. To make Eastern Christianity known to the public in the West and to enhance ties between Eastern and Western Christianity” [“Andere doelstellingen zijn: het continueren van de werkzaamheden van het Instituut voor Byzantijnse en Oecumenische Studies. Het verrijken en verbreden van uitingen van het Westers christendom. Het bekend maken van het Oosters christendom bij een breed publiek in het Westen en het verbeteren van banden tussen het Oosters en Westers christendom.”]. Zoals ik al zei aan het begin van mijn toespraak, dit zijn allemaal taken jullie [als instituut] dwingt naar de toekomst te kijken. Laten we die banden tussen het Oosten en Westen aanhalen, geïnspireerd door het motto: “Ties, ties, ties!” [“Connecties, connecties, connecties!”]. U ziet, dit is het enige woord dat ik gemakkelijk kan uitspreken in het Engels. Het creëren van connecties verbreedt en verrijkt! Dit zal ook de weg zijn die het IVOC leidt naar een gouden jubileum, wat ik hoop te kunnen vieren met jullie!

Aangezien ik hier spreek namens pater Benoit Bigard moet ik deze toespraak eindigen met ietwat formele zin. Ik hoop dat het duidelijk is geworden dat de aanwezigheid van de Assumptionisten in Nederland nog altijd voelbaar is. Dit instituut is daar namelijk het bewijs van. Persoonlijk ben ik niet helemaal vanuit Roemenië hierheen gereisd om over mijn congregatie te spreken alsof het een reliek geworden is. Wanneer ik naar u kijk, wetend welk werk jullie hebben verzet, alle energie die de nieuwe directeur en zijn team, de raad van bestuur en de SAI steken in de goede zaak kan ik jullie niet genoeg bedanken (ook namens pater Bigard).   

Voordat ik eindig, moet ik antwoord geven op de initiële vraag van pater Zuiker over de erfenis van de Assumptionisten in Nederland. Mijns inziens, wat de Assumptionisten hebben achtergelaten is niet, om Vladimir Soloviev te citeren een ‘Instituut voor Christelijke Archeologie’, maar een instituut dat nog een heel leven voor zich heeft. Wat de Assumptionisten in Nederland hebben gesticht, behoort niet bij het verleden. Wat is opgericht, is een eigentijds geschenk aan jullie. Dat is wat het werkwoord ‘stichten’ daadwerkelijk betekend. Overigens ben ik niet de enige die dit stelt. Onder andere een van de grootste Duitse filosofen van de vorige eeuw, die verzot was op jullie land en vooral Van Gogh, wiens schilderijen hij kwam bewonderen in Amsterdam. Het was de filosoof Martin Heidegger. Dit is wat hij zei over het werkwoord ‘stichtingen: “Stichten betekend: oprichten en geven”. Mocht ik het niet duidelijk genoeg hebben uitgelegd, wil ik Heidegger in het Duits citeren: “Stiften heißt: Gründen und schenken”. Dit geschenk is nu van jullie. Dank u.

Auteur

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.