Het oosters christendom is gebaseerd op een eeuwenoude christelijke, maar tegelijk niet westerse overlevering en geschiedenis. Voor westerse christenen (theologen en gelovigen) is de ontmoeting met hun oosterse broeders en zusters vaak zowel fascinerend en verrijkend als irritant. Dat heeft te maken met de vaak uiteenlopende historische ervaringen. Christenen in het Midden-Oosten leven sinds de vroege middeleeuwen als een minderheid onder islamitisch bewind, onder Arabische kaliefen en in het Ottomaanse Rijk. Ook in Oost-Europa werd de wereld van de oosterse christenen door de eeuwen heen meestal gekenmerkt door religieus pluralisme en samenleven met andere religies en confessies, zelfs in landen waar zij formeel in een meerderheidspositie waren, zoals in het Russische rijk. Recent komt er de ervaring van de communistische dictatuur in de landen van Oost-Europa bij, met zowel vervolging, dapperheid en martelaarschap als theologische isolatie. Dat heeft de verschillen tussen het Oosten en het Westen op een aantal vlakken vergroot. Momenteel zijn het vooral de oosterse christenen die zich in de crisisgebieden van de wereld moeten handhaven, zoals in het Midden-Oosten, Noord-Afrika of in Oosteuropese landen als Belarus en Oekraïne. Dat maakt het extra belangrijk om hun situatie, achtergrond en ervaringen goed te begrijpen.
De uiteenlopende geloofscultuur, verschillende historische ervaringen en theologisch onderbouwing dragen bij aan de noodzaak om tussen het westerse en oosterse christendom bruggen te bouwen, wederzijds begrip te versterken en om de kennis erover te vergroten en te verspreiden. Deze inspanning is noodzakelijk voor alle betrokkenen. Of in de woorden van paus Johannes Paulus II: ‘Het christelijk Europa ademt met beide longen.’