Noodsituatie in kloosters in Tigray

Joachim Persoon bezocht onlangs een aantal kloosters in de Ethiopische regio Tigray.  Via het hoofd van de Orthodoxe Ontwikkelingscommissie, aartsbisschop Abune Samuel, is hij betrokken bij een initiatief om kloosters in Tigray te helpen. De gebieden rondom de kloosters hebben allemaal te kampen met grote voedselonzekerheid en zijn afhankelijk van incidentele steun van buitenaf.  Het doel van zijn reis was de situatie in en rond de kloosters in kaart te brengen. Wat hij zag was ontluisterend. Een persoonlijk verslag.

Tijdens mijn bezoek aan Tigray bezocht ik vier kloosters en sprak met de leiders van de Waldeba monniken in Shire. Er waren genoeg redenen voor zorg: aanhoudende droogte, abnormale weersomstandigheden vlak voor het binnenhalen van de oogst, zoals de vernietiging van graan door onvoorspelbare regenval en dit alles naast de gevolgen van de burgeroorlog die normale landbouwactiviteiten onmogelijk maakte (veel jongeren werden naar het oorlogsfront gestuurd), plus de aanwezigheid van een grote groep ontheemden. Deze situatie van een dreigende hongersnood is vooral op het platteland sterk voelbaar. In veel gevallen werden vee en geiten gestolen door het Eritrese leger, Sha’abiya, waardoor het moeilijk is om te ploegen. Hulporganisaties houden zich alleen bezig met binnenlandse ontheemden en besteden geen aandacht aan kloosters. Steden lijden onder de naweeën van de burgeroorlog, vernietiging van fabrieken, infrastructuur etc. en zijn niet in staat om veel steun te bieden aan kloosters op het platteland.

Een groep bisschoppen uit Tigray had het Abune Thomas klooster bezocht net voordat ik kwam, en deed aan fondsenwerving om het te steunen. De abt zei dat ze genoeg voedsel hadden tot Pasen, maar niet langer. Sommige van de traditionele studenten zagen er erg ondervoed uit.

In het Debre Bonkel klooster bij Axum werd me verteld dat ze nog maar voor twee weken voedsel hadden. De abt van het klooster brengt al zijn tijd door in een tijdelijk onderkomen in Axum, bedelend om voedsel om zijn gemeenschap te ondersteunen.

Het streng ascetische Tsadey Anba Abune Me’erawi Christos klooster, ligt op een ontoegankelijke plek, waar geen weg is en waar je alleen per kameel of ezel  kunt komen, ook voor het leveren van voorraad. De meeste monniken uit Waldeba waren al vertrokken vanwege het voedseltekort. De abt zei dat ze in een extreme crisis verkeerden en minder dan twee weken voedselvoorraden over hadden.

Het klooster Debre Abbay Abune Samuel is het best gelegen klooster, met watervoorziening, elektriciteit en land. De abt zei dat ze vijf maanden voedselvoorraad hadden, wat voldoende zou moeten zijn tot de volgende oogst. Het klooster is het belangrijkste centrum voor de studie van liturgie in het traditionele onderwijssysteem. Studenten komen uit heel Ethiopië. Het klooster biedt hen gratis onderwijs, maar ze moeten wel zelf voor voedsel zorgen. Door de nasleep van de burgeroorlog is het gebied verarmd en lijden de studenten. Velen van hen bedelen om voedsel in een militair kamp in de buurt.

Het Waldeba klooster wordt beschouwd als het centrum van ascetische spiritualiteit in Ethiopië, een soort Ethiopische berg Athos.  Het ligt in een betwist grensgebied tussen de regio’s Tigray en Amhara. Het gebied werd bezet door Amhara milities, bekend als Fanu, die de monniken in Tigray dwongen te vertrekken. In een groot deel van de Amhara-regio wordt nog steeds gevochten tussen de Amhara-Fana milities en de troepen van de federale regering, en is het onmogelijk om exacte informatie te krijgen over wat daar werkelijk gebeurt.

Momenteel zijn er zo’n 1000 ontheemde monniken (van de twee ordes Beyta Ta’ama Christos ongeveer 900 en Beyta Minas ongeveer 100). Een grote groep woont samen in tijdelijke opvang in Shire, in Axum, verspreid in kloosters en op het platteland in het grensgebied. Ze zitten al drie jaar in deze situatie, met heel weinig steun. Ze voelen zich verwaarloosd, vergeten en ontmoedigd. Hun grootste wens is om terug te keren naar hun oude levensstijl in hun oude woonplaats. Dit is echter onmogelijk totdat er een politieke regeling is getroffen met de Amhara milities, d.w.z. Fanu. Ondertussen lijden ze onder gebrek aan voedsel, kleding, enz.

Door de crisis van de burgeroorlog zijn de kloosters niet in staat geweest om de natuurlijke flora en fauna rondom de kloosters te beschermen volgens hun kloosterregels.

Alleen Debre Abay is er enigszins in geslaagd om zijn heilige bos te behouden. Alle kloosters hebben traditionele scholen, en er zijn ernstige problemen met het voeden van de studenten, die veel te lijden hebben. Er is verder behoefte aan kleding. De gebieden rondom de kloosters hebben allemaal te kampen met grote voedselonzekerheid: de mensen eten er soms minder dan één maaltijd per dag en zijn afhankelijk van incidentele steun van buitenaf.  Steun en hulp zijn hard nodig.

De voorraadschuur is zo goed als leeg. ©Joachim Persoon

Auteur

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.