Op het kruispunt: orthodoxie in Estland

Waarom heeft een minderheidskerk in Estland de afgelopen drie jaar zoveel politieke aandacht getrokken? En hoe weerspiegelt het orthodoxe probleem grotere kwesties als  oorlog, politiek en de orthodoxe identiteit?

Op 17 februari 2024 stonden vijf in het zwart geklede nonnen in een sneeuwbui voor het Estse parlement. Ze waren vanuit een klooster 200 km ten oosten van Tallinn gekomen om een petitie te overhandigen aan de voorzitter van het parlement, Lauri Hussar, die echter geen tijd had om hen te ontvangen. In de petitie verzochten de nonnen de parlementsleden uitdrukkelijk af te zien van de wijzigingen in de Estse kerken en van een wetsvoorstel van de minister van Binnenlandse Zaken tot wijziging van de grondwet. Zij noemden deze wijzigingen rampzalig. Dit wetsvoorstel (nummer 570)  toont de impasse tussen de staat en de Estse Orthodoxe Kerk (de EOK, voorheen behorend tot het Patriarchaat van Moskou), die begon met het uitbreken van de grootschalige agressie van Rusland tegen Oekraïne op 24 februari 2022. Deze impasse leidde twee jaar later tot het intrekken van het visum van het hoofd van de kerk, metropoliet Evgenii (Reshetnikov), en tot de goedkeuring door het parlement van een verklaring waarin de Russisch-Orthodoxe Kerk (ROK) werd bestempeld als een organisatie die deze agressie ondersteunt.

Twee kerken

Van oudsher behoorden de inwoners van het huidige Estland tot het orthodoxe geloof, maar door de kruisvaarders van de Duitse orde werd Estland in de middeleeuwen onderdeel van het westers christendom. De geschiedenis van de moderne orthodoxie gaat terug tot de keizerlijke periode (de 19e eeuw), toen eerst honderdduizenden Estse en Letse boeren zich tot het orthodoxe geloof bekeerden, wat resulteerde in de bouw van kerken en de oprichting van het bisdom in de hoofdstad Riga. Sinds die tijd heeft de orthodoxie een Ests gezicht.

Momenteel zijn er twee orthodoxe kerken, één onder de jurisdictie van het patriarchaat van Moskou en één onder die van Constantinopel. De  EOK telt twee bisdommen, 39 parochies, 4 bisschoppen en 75 priesters en diakens. Metropoliet Evgenii, gekozen in 2018, is het hoofd van de kerk, zijn plaatsvervanger of locum tenens is de Estse bisschop Daniil Lepisk , die eerder parochiepriester was van de Sint-Joriskerk in Tartu. De kerk telt ruim 150.000 gelovigen, waarvan de meerderheid tot de Russische minderheid behoort en een Russisch paspoort heeft.

Het vrouwenklooster van Pjuhtitsa, opgericht in 1892, – uit dat klooster kwamen de nonnen naar het parlement -,  telt ongeveer 120 leden en heeft een stavropegische status, wat betekent dat het onder het directe administratieve gezag staat van patriarch Kirill van Moskou. Een soortgelijke stavropegische status is toegekend aan de Alexander Nevski-kathedraal, een enorm gebouw op de Domheuvel van de stad Tallinn, voor velen Esten een symbool van russificatie.

De andere kerk, de Estse Orthodoxe Apostolische Kerk (EOAK) valt onder het patriarchaat van Constantinopel en telt drie bisdommen, 35 priesters, 9 diakens en staat onder leiding van Stephanos (Charalambides). Er zijn meer parochies dan priesters: de meeste daarvan bevinden zich op het ontvolkte platteland, de kerkdiensten vinden niet regelmatig plaats en priesters hebben vaak meer dan één parochie te bedienen. De grootste congregaties bevinden zich in steden als Tallinn, Tartu en Pärnu, waar het gemiddelde aantal deelnemers op zondag varieert van 10 tot 40. Volgens de volkstelling van 2021 identificeren 21 480 Esten zich met de orthodoxie en de meerderheid van hen is lid van deze kerk.

De EOAK heeft een seminarie dat is aangesloten bij het lutherse theologische seminarie, waardoor haar studenten een door de staat erkende opleiding krijgen. In januari 2025 is er een nieuwe hulpbisschop gewijd, Damaskinos van Haapsalu, afkomstig uit Finland.

Vrouwenklooster Pühtitsa in Kuremae

Slavisch of Ests?

Bezoekers van orthodoxe kerken zullen wellicht kleine verschillen opmerken tussen de kerken van Slavische en Estse afkomst. De kerken van de EAOK zijn ruim, gelovigen zitten vaak tijdens de dienst en er wordt op creatieve wijze een mix gemaakt van de lokale Estse, moderne Griekse en westerse orthodoxe stijlen. Op werkdagen worden er zelden diensten gehouden, tenzij er een belangrijk kerkelijk feest is. De kerk gebruikt een gemengde kalender: sommige parochies vieren de oude kalender, andere vieren Kerstmis samen met de rest van de Estse samenleving.

De parochies van de EOK hebben grotere congregaties. De kerk gebruikt de oude kalender en viert voornamelijk in het Kerkslavisch; de gebeden, het Onze Vader en de evangelielezingen zijn in het Ests. Er zijn gemengde Ests-Russische congregaties en sommige parochies houden minstens één keer per week een Estse dienst.

Als we kijken naar wat de kerken gemeen hebben – de orthodoxe liturgie, gemeenschappelijke heiligen, een gemeenschappelijk verleden, iconen en leerstellingen – lijken de verschillen misschien onbeduidend. Wat scheidt beide kerken dan? Uit enkele  interviews  met orthodoxe gelovigen in Estland bleek er meer overeenkomst te zijn dan verschillen in de manier waarop mensen hun verbondenheid met de orthodoxe kerk beschrijven. Een Estse priester zei: ‘Of er een schisma is met de broeders in Moskou is voor mij niet van belang, het is nog steeds één gemeente. Het is een menselijke fout die zich voltrekt.’ De splitsing, door hem ‘een menselijke fout’ genoemd, vond plaats in de jaren negentig, toen nationalistische gevoelens in de samenleving toenamen en dat leidde tot de vorming van de genoemde twee religieuze instellingen. Overigens werd het de juridische status van de EOK onder gezag van Moskou pas in 2002 door de staat erkend. Beide partijen beroepen zich op het historische erfgoed en de kerkelijke canones en aanvaarden met tegenzin de status quo.

Omstreden metropoliet

De grootschalige Russische invasie van Oekraïne, die plaatsvond toen Estland zijn Onafhankelijkheidsdag vierde, leidde tot een grondig onderzoek van alle instellingen die banden hebben met Moskou. Hoewel metropoliet Evgenii van de EOK samen met de Estse Raad van Kerken een verklaring aflegde waarin hij de oorlog veroordeelde, werd zijn oprechtheid in twijfel getrokken omdat hij tijdens interviews met journalisten enkele dubbelzinnige uitspraken deed. De situatie escaleerde toen patriarch Kirill van Moskou in september 2022 een preek hield waarin hij soldaten die in de oorlog tegen Oekraïne waren omgekomen, vergeleek met martelaren. Metropoliet Evgenii werd op het ministerie van Binnenlandse Zaken geroepen en gevraagd om opheldering over het standpunt van de EOK. In februari 2023 werd Evgenii zijn verblijfsvergunning geweigerd en moest hij het land verlaten. Sindsdien worden zijn taken door een vertegenwoordiger, bisschop Daniel, waargenomen.

Overigens betekende de uitlatingen van de metropoliet niet dat de parochianen van de EOK de oorlog steunden. Verschillende geestelijken en leken hebben hun standpunt duidelijk gemaakt o.a. door Evgenii op te roepen afstand te nemen van de woorden van de patriarch. Een priester zegt dat hij teleurgesteld was in de patriarch omdat hij geen morele veroordeling had uitgesproken over de aanvallen op burgerdoelen in Oekraïne en geen steun had betuigd aan de slachtoffers.

Metropolie Stefanos van de EAOK veroordeelde de woorden van patriarch Kirill en zag daarin tekenen van nationalisme (in kerkelijke dictie: etnofyletisme, waarbij het vooropstellen van de eigen natie in strijd is met het christelijke universalisme). het patriarchaat van Constantinopel veroordeelde deze opstelling reeds in de 19e eeuw. De kwesties rond het schisma tussen de Oekraïense kerken kwamen onmiddellijk aan de orde in de parochiediscussies. Aangezien de orthodoxe kerk in Estland van oudsher ‘de Russische kerk’ wordt genoemd (zoals dat nu ook in Oekraine met de Oekraïense Orthodoxe Kerk vaak gebeurt), maakte de EAOK zich zorgen over haar vertegenwoordiging. De oorlog heeft ook het probleem van het ontbreken van een dialoog tussen de twee orthodoxe kerken aan het licht gebracht. Een priester van de EOK zegt dat hij geïnteresseerd is in een dialoog, maar nooit een officiële zegen heeft gekregen. Een priester van de EAOK zegt daarentegen: ‘Ik geloof dat de kerk deze dialoog proactief kan voeren, er moet meer discussie komen.’ De dialoog betekent echter niet dat de twee kerken zullen fuseren.

Johannes de Doper kerk in Estland

Overheidsmaatregelen

De Estse staat motiveert het belang van wetsvoorstel 570 met verwijzingen naar de veiligheid. Hoewel de grondwetswijziging bedoeld is om de banden van de EOK met de leiders van de kerk in Rusland te beperken, kan deze ook worden gebruikt om de dreiging van radicale islamitische organisaties tegen te gaan. De aandacht voor de EOK in de afgelopen drie jaar toont aan dat de staat vastbesloten is om diens banden met het Patriarchaat van Moskou te verbreken en idealiter een verenigde kerk onder het Oecumenisch Patriarchaat te vormen. Dit kan uiteraard niet rechtstreeks worden afgedwongen zonder het principe van de scheiding van kerk en staat te schenden, maar kan wel informeel worden gesuggereerd.

Het is overigens niet de eerste keer dat de staat een actieve rol speelt in de hervorming van het religieuze landschap in Estland. In 1993 heeft de regering onder president Lennart Meri de EOAK erkend als de enige wettelijke opvolger van de EOK van vóór 1944, waardoor deze een rechtspersoon werd die aanspraak kon maken op het gebruik van kerkelijke eigendommen. Na de scheiding van 1996 ontstond een nieuwe situatie met de twee kerken. Volgens de wet op de parochies konden parochianen kiezen bij welke kerk zij wilden blijven, en had de staat dat te accepteren.

Gaan parochies over van de EOK naar de EAOK?

Individuele gelovigen zijn soms overgegaan naar de andere jurisdictie, maar er is tot nu toe geen enkele parochie als geheel overgestapt naar de EAOK. De EAOK had een voorstel gedaan om beide kerken te verenigen en een vicariaat op basis van dezelfde structuur op te richten. Dit genoot duidelijk de voorkeur van de staat. De reactie van de EOK was echter lauw. De kerkleiding had herhaaldelijk benadrukt dat zij de wet niet overtrad en dat zij de instructies van de regering opvolgde om elke administratieve afhankelijkheid van Moskou op te heffen. Verder verklaarde de synode van de EOK dat zij afstand nam van de ideologische uitspraken van de zogeheten Wereldwijde Russische Volksraad (Всемирный Русский Народный Собор), een Russisch openbaar forum onder leiding van onder meer patriarch Kirill, maar bleef erbij dat de canonieke band met de moederkerk voor hen een andere betekenis had. Patriarchen komen en gaan, maar de canonieke status blijft belangrijk.

De parochies gaven blijk van hun wens om de status quo te handhaven, maar er waren enkele uitzonderingen. Tenminste één parochievergadering van de EOK stemde voor volledige onafhankelijkheid ( autocefalie) van de EOK.  De optie van autocefalie gaat niet op voor de meerderheid van de leden van de Russische parochies en de priesters. (Autocefalie kan volgens orthodox canoniek recht slechts door een patriarch worden verleend, en dat is in Estland net als in Oekraine praktisch niet te realiseren.) Het zou echter verkeerd zijn om deze formele loyaliteit uitsluitend te verbinden aan de steun voor het oorlogszuchtige standpunt van de patriarch. Er zijn veel redenen waarom mensen willen blijven waar ze zijn: angst voor verandering, weerstand tegen politieke druk, culturele en persoonlijke banden met Rusland, de overtuiging dat de ROK groter en heiliger is dan de oorlogszuchtige patriarch en bisschoppen, wantrouwen jegens de kerk onder Constantinopel. Er moet ook rekening worden gehouden met het feit dat veel parochianen van de EOK in hun eigen culturele en informatiebubbel leven, afgescheiden van de Estse samenleving door hun gebrek aan sociale en taalkundige banden.

De oorlog heeft de leden van de parochies op verschillende manieren getroffen: Oekraïners in Estland van wie de familieleden hun huis en dierbaren hebben verloren, Esten bij wie de genetische herinneringen aan de bezetting van hun land door de Russen weer opleven, Russen in Estland met een sterke anti-oorlogshouding of Russen die sympathiseren met de benarde situatie van hun landgenoten in Oost-Oekraïne, die volgens hen vergelijkbaar is met die van henzelf. Je kunt je afvragen wat deze mensen in één parochie doen. Het antwoord ligt in het idee van de kerk als een ruimte waar individuele verschillen worden overstegen doordat de parochieleden zich verenigen in gebed en gemeenschap. Al wil dat niet zeggen dat de kerk alleen op een transcendent niveau bestaat. Parochianen praten met elkaar terwijl ze na de dienst samen eten en koffie drinken of terwijl ze letten op de kinderen die in de tuin van de kerk spelen; ze bakken pannenkoeken voor Vastenavond en vieren Pasen en Kerstmis als één grote familie. Daarnaast houden de parochies zich bezig met catechese en maatschappelijk werk. Soms gaan ze samen op reis of worden ze peetouders van elkaars kinderen. Binnen een parochie geldt, net als in tal van Russische families, dat mensen vaak diep gekwetst raken wanneer een familielid er een afwijkende mening op nahoudt. Toch geloven velen dat ze door deelname aan sacramenten en gebed betere mensen worden, die in staat zijn om te voorkomen dat geweld en haat hun hart vergiftigen.

Als waarnemer, die pas in het begin van de jaren 2000 naar Estland is verhuisd, heb ik geen persoonlijke herinneringen aan de splitsing binnen de orthodoxe gemeenschappen in de jaren 1990. Toch kom ik mensen tegen die zelfs nu nog weigeren de drempel van hun voormalige parochie over te stappen. Ze moesten daar in de jaren negentig weg, omdat ze het niet eens waren met de keuze van de jurisdictie door de priester. Het woord raskol (scheiding, schisma, eerst van de oudgelovigen in de 17e eeuw) heeft in de Russische traditie een dreigende bijklank.

De publieke opinie onder Esten over de situatie rond de EOK is niet eenduidig: sommigen vinden dat er maar één kerk moet zijn, maar anderen vinden dat de staat zich niet moet bemoeien met de kerk en het Pjuhtitsa-klooster. Het Russisch sprekende publiek is minder verdeeld: hier zijn de mensen in het algemeen gekant tegen het idee van collectieve verantwoordelijkheid die zou moeten gelden voor de orthodoxe instellingen en voor de gelovigen die onder de jurisdictie van de ROK vallen.

Transfiguration Church in Tallinn

Politieke maatregelen

Mocht de bovengenoemde worden aangenomen dan ontneemt die buitenlandse ingezetenen het recht om deel te nemen aan lokale verkiezingen. De wet zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de juridische positie van de EOK als organisatie, die terugvalt in de (niet-gelegaliseerde) status  die zij tussen 1992 en 2002 had. De EOK vecht de goedkeuring van deze wet dan ook aan. Een commentator-politicoloog is van mening dat de regering moest kiezen tussen twee maatregelen: het ontnemen van het kiesrecht aan niet-staatsburgers of de kerkkwestie. De maatregelen tegen de EOK vormden een compromis, omdat er een verband kon worden gelegd tussen de ROK als organisatie die de oorlog steunt en de orthodoxe kerk in Estland. De maatregelen lijken een voortzetting van de reeks maatregelen die sinds het begin van de Russische invasie in Oekraïne om veiligheidsredenen zijn ingevoerd: de verplichte overgang van alle scholen naar Ests als onderwijstaal (sinds september 2024), beperkingen voor Russische en Wit-Russische studenten en belemmeringen voor Russische migranten om een visum te krijgen, velen van hen zijn overigens tegenstanders  van het regime van Poetin. Dit kan ook worden gezien als een symbolische oorlog: sinds 2022 zijn 322 monumenten uit het Sovjettijdperk verwijderd uit openbare ruimten in Estland.

De kerkelijke wetgeving treft echter niet alleen de Russische minderheid met verblijfsrecht: veel leden van de kerk zijn Estse burgers die zich niet identificeren met het regime van Poetin of de Russische staat. De orthodoxe gemeenschap reageerde emotioneel. Sinds het begin van het door de staat geleide proces van afscheiding van de kerk van het patriarchaat van Moskou zijn speciale gebeden ingevoerd; de publieke optredens van orthodoxe leiders op sociale media en televisie, zoals Hegumenia Filareta of bisschop Daniel, riepen ondanks hun gebrek aan charisma, een sympathieke reactie op. Andersom zijn er critici die zich ergeren aan het verzet van de kerkelijke instellingen tegen de voorgestelde vormen van samenwerking.

Bredere implicaties

Zonder een blik in de voorgeschiedenis is het conflict niet goed te begrijpen. De orthodoxie heeft in de Baltische regio een lange geschiedenis, maar er was er altijd sprake van een zekere mate van  onrust. Na de Eerste Wereldoorlog, toen Estland weer zelfstandig werd, wilde de staat de Alexander Nevski-kathedraal, gelegen op een strategische plek in Tallinn tegenover het Estse parlement, slopen als symbool van de Russische imperiale macht. In de jaren 1920-1930 voerden Russische en Estse parochies een eindeloze strijd om eigendomsrechten en macht, waarbij ze vaak een beroep deden op de steun van de staat om de overhand te krijgen.

De Estse vertegenwoordigers sloten zich in 1923 aan bij de Finse delegatie en hoopten dat hun missie hen zou helpen om naast de Finnen autocefaal te worden. Hoewel dit niet is gebeurd en er slechts een autonome status werd toegekend, ontstond er een canoniek probleem: het ontbreken van de vrijgavebrief van de patriarch van Moskou (die de autocefale status zou moeten bevestigen/red.). Na 1940 brak er een onrustige periode aan voor  Estland: het Molotov-Ribbentrop-akkoord, de Duitse inval en de herovering door het Sovjetleger,  die ook  gevolgen had voor de kerkelijke situatie. In de Sovjetperiode viel de gehele Estse kerkprovincie opnieuw onder de Russische Orthodoxe Kerk, die in ruil voor loyaliteit aan het regime van Stalin, sinds 1943 weer was toegelaten. Leiders van andere autonome kerkstructuren  moesten het land snel verlaten.

De situatie van de Estse orthodoxie is zeker van invloed op het naast elkaar bestaan van de twee kerken, maar is misschien niet helemaal onoplosbaar. In ieder geval kan het vasthouden aan de kwestie van de ‘canonieke correctheid’ alsook het behoud van de loyaliteit aan de ROK helpen om de Russischtalige parochies intern intact te houden en de geestelijken in de ogen van de parochianen krediet te geven voor hun standvastigheid.

Ook in Estland zie je, net als in bijvoorbeeld Oekraïne en Moldavië, dat het niet alleen gaat over de kwestie van de strijd over  jurisdictie (tussen de twee patriarchen in Constantinopel en Moskou), maar dat ook historische, culturele en politieke loyaliteiten meespelen. De machtsstrijd tussen Constantinopel en Moskou wordt welbewust Game of Thrones genoemd. In Estland begon dat met het  ‘schisma’ van de jaren negentig, een breuk in de gemeenschap in 1996, die later dat jaar op de een of andere manier werd bijgelegd. De spanningen tussen de twee bisdommen bleven echter.  Die uitten zich onder andere tijdens het pan-orthodoxe concilie van Kreta in 2016, dat in Moskou werd gezien als pro-Constantinopel en in de oprichting van de Orthodoxe Kerk van Oekraïne (OKO) in 2019 op initiatief van Constantinopel. Na 2019 verbrak Moskou eenzijdig de banden met het patriarchaat van Constantinopel en verbood het zijn gelovigen om deel te nemen aan de sacramenten en ceremonies van de ‘anderen’. Ook in Estland is dat verboden. De kerken die de OKO hebben erkend, werden in Moskou tot raskolniki (afvalligen) verklaard en de samenwerking met hen zou tot verdoemenis leiden.

Vooruitzichten en mogelijke scenario’s

Het beste scenario in deze situatie zou een beweging zijn in de richting van wederzijdse erkenning van beide orthodoxe gemeenschappen, vrij van politieke inmenging, met als gemeenschappelijk doel om een verenigde autocefale Estse orthodoxe kerk te worden. Het slechtst denkbare scenario is de gedwongen verwijdering van de kerkgebouwen, de schending van de vrijheid van godsdienst, het weigeren van verblijfsvergunningen aan geestelijken of hun familieleden die geen Ests staatsburger zijn, toenemende polarisatie onder gelovigen en een groeiend wantrouwen jegens de staat. Sceptici menen dat het al deze kant opgaat en dat de wet die nu ter discussie staat juist in deze richting wijst. Het wetvoorstel werd door het parlement begin april aangenomen, maar is door de Estse president  niet getekend omdat hij vond dat de wet op  een aantal punten in strijd was met het principe van godsdienstvrijheid. Momenteel buigt men zich over  een gecorrigeerde versie. Het meest waarschijnlijke scenario is wellicht voortdurende spanning, tijdrekken (wachten op de uitkomst van het vredesproces tussen Rusland en Oekraïne), rechtszaken, een of andere vorm van dialoog tussen beide kerken en het van de publieke agenda halen van de kwestie vanwege het gebrek aan actualiteit. Een ontwikkeling die niet los kan worden gezien van de bredere Europese bezorgdheid over religieuze instellingen en geopolitiek.

Sociale vrede

Estse bekeerlingen tot de orthodoxie motiveren hun bekering vaak door de nadruk te leggen op het thuisgevoel dat de orthodoxe kerk hen geeft, of ze zeggen dat ze hun spirituele zoektocht hadden afgerond om aan een nieuwe, innerlijke reis te beginnen. De orthodoxie heeft mensen altijd de belofte gegeven van zekerheid, van een innerlijke verbondenheid met het goddelijke en een gevoel van mysterie. Hoe komt het dan dat de strijd om de canonieke verbondenheid zo’n storm veroorzaakt? De situatie in Estland wordt gedreven door moeilijkheden met de integratie van Russisch sprekenden en door bezorgdheid over loyaliteit en nationale veiligheid. De berichtgeving in de media van de afgelopen drie jaar heeft mensen voorbereid op het idee dat een invasie van Estland op handen is. Mensen reageren niet alleen rationeel op de schok van 24 februari 2022, maar ervaren ook irrationele angst.

De situatie van de orthodoxe kerk in Estland moet de aandacht vestigen op een aantal aspecten die niet over één kam kunnen worden geschoren: grondwettelijke rechten van religieuze groeperingen, het niet-toepassen van het beginsel van collectieve verantwoordelijkheid voor religieuze instellingen en individuen, en een dialoog tussen de kerken. Tegelijkertijd staat de sociale vrede op het spel: de leden van religieuze organisaties zouden zichzelf niet als tegenstanders moeten zien, maar als partners die met de staat samenwerken bij liefdadigheidsprojecten, onderwijs en het behoud van erfgoed, en die de intentie van de staat om de veiligheid van alle burgers te garanderen, waarderen.

Wetvoorstel 570 is inmiddels, na enkele wijzigingen op verzoek van de Estse president, door het parlement aangenomen. In de praktijk zou dit erop neer kunnen komen dat de EOK als rechtspersoon wordt ontbonden. Maar het valt te bezien of de staat het probleem van twee orthodoxe kerken, die elk hun exclusieve canonieke legitimiteit claimen, zal kunnen oplossen en het scenario van de orthodoxe kerken in Oekraïne zal kunnen voorkomen.

Foto’s: © Irina Pärt

Auteur

  • universitair hoofddocent aan de School voor Theologie en Religieuze Studies van de Universiteit van Tartu en medeoprichter van de St. John school in Tallinn (Püha Johannese Kool).

    Bekijk Berichten

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.