Op zoek naar houvast en hoop in de Grieks-orthodoxe kerk in Rotterdam 

In de serie portretten van oosters-christelijke kerkgemeenschappen die al langere tijd in Nederland of België gevestigd zijn, ditmaal een portret van de Kathedraal van de Heilige Nicolaas in Rotterdam. 

Je kijkt er in eerste instantie snel overheen, de Kathedraal van de Heilige Nicolaas in Rotterdam. Het gebouw is niet groot en ligt enigszins verscholen tussen het groen van bomen en struiken aan de rand van het museumpark. Het bevindt zich bovendien vlakbij grote musea en depots, zoals Boijmans Van Beuningen, het spiegelende depot van hetzelfde museum, het Natuurhistorisch museum en de Kunsthal.  

Maar als je het eenmaal gevonden hebt, kun je er niet meer omheen. Het kerkje heeft aan de buitenkant een eenvoudige, maar romantische uitstraling, opgetrokken uit bruin steen, met twee houten, wit omlijste deuren met daarboven de kerkklokken. De twee Nederlandse architecten ir. De Jongh en dr. Ir. Thomas Nix hadden er even een flinke dobber aan om de typisch orthodoxe kruisvorm van het dak van de kerk te construeren, maar het is ze gelukt. Boven op de kerk prijkt de kenmerkende koepel.  

Het idee voor een Griekse-orthodoxe kerk op deze plek ontstond na de Tweede Wereldoorlog. De Nederlandse economie begon te floreren en het aantal Griekse schepen dat aanmeerde in de Rotterdamse haven groeide, evenals de Griekse gemeenschap in Rotterdam zelf. Meer dan de helft van alle Grieken in Nederland woonde destijds in Rotterdam en nog altijd heeft de havenstad een grote Griekse gemeenschap. Elk Grieks schip werd destijds gevraagd veertig gulden te doneren. Dat bleek niet voldoende, dus ook de hier gevestigde Grieken en Nederlandse bedrijven droegen bij. In 1950 stelde de Rotterdamse gemeenteraad een stuk land beschikbaar achter het Boijmans Van Beuningen Museum. Zeven jaar later, op 29 juni 1957, werd de kerk officieel ingezegend en geopend. 

Verschillende talen

Eenmaal binnen kijk je je ogen uit. De hele kerk is beschilderd met Bijbelse taferelen in heldere kleuren, zoals helderblauw. De frisheid van de kleuren en de manier van schilderen geven het gevoel dat je niet in Nederland bent, maar ergens in een mediterraan land. Veel afbeeldingen zijn van 1990 tot 1995 geschilderd door iconograaf Argyris Liakos. De kroonluchter met zo op het oog een diameter van minstens twee meter heeft heel veel lampen en trekt de aandacht. Dat is misschien ook de bedoeling: de kroonluchter vertegenwoordigt het licht van Jezus. 

Achter in de kerk is een afscheiding: de iconostase, de iconenmuur die het schip van de kerk afscheidt van het heiligdom. Maar de iconostase verbeeldt ook een verbindingsmuur tussen de goddelijke en de menselijke wereld. De iconenwand heeft drie poorten: de Koninklijke Deur en de twee zijdeuren of diakendeuren. Er zijn iconen op te zien van de aartsengelen Michael en Gabriël, van Jezus en Maria, van Johannes de Doper en natuurlijk van Sint-Nicolaas zelf. Door de middelste of de Koninklijke Deur, mogen alleen de priester, de diaken of de bisschop. 

Vroeg op de zondagochtend begint om kwart over acht een eerste dienst in het Grieks. De kerk is gevuld met zo’n twintig mannen, en één of twee vrouwen. Minstens de helft van de aanwezigen oogt onder de dertig. Ondertussen wordt de kerk ook voorbereid voor de dienst die nog zal volgen. Een vrouw zet links van de Koninklijke Deur verse bloemen neer. 

De kerkgangers die binnenkomen kussen vaak eerst de drie heilige iconen links van de rij tussen de kerkbanken. Ze zijn ingelijst en staan op een houten constructie met uitsnijdingen. Alle bezoekers slaan bij elk icoon een kruis en gaan vervolgens naar hun plek. Twee geestelijken zingen liturgieën. Steeds meer mensen druppelen binnen en aan het einde van de eerste mis zijn er zo’n veertig mensen in de kerk. Dan beginnen om 9.45 de kerkbellen te klinken voor de tweede mis, de Goddelijke Liturgie, die behalve in het Grieks, ook in het Engels en Nederlands gehouden wordt. ‘Dat is bewust,’ vertelt priester Ioannis Psomas later aan de telefoon. ‘We willen zoveel mogelijk mensen de kans geven om de mis te volgen.’  

Uiteindelijk zijn de banken helemaal vol en blijven veel mensen achter in de kerk staan. Het is een heel diverse groep mensen. Veel jonge stelletjes en gezinnen met kleine kinderen. Enkele kinderen reiken na binnenkomst in de armen van hun ouders uit naar de iconen om ze te kussen. Vervolgens zitten ze aan de voeten van hun ouders in de kerkbankjes te spelen. Er hangt een informele sfeer. Een vrouw aait haar partner over zijn rug tijdens de preek, terwijl hij voorovergebogen zit met zijn gezicht in zijn handen. 

Hollandse tongval

De liturgie verloopt volgens een strak, maar afwisselend programma. Hij wordt voornamelijk uitgevoerd door Psomas en zijn assistent Dennis Bouman. Dennis is in Nederland geboren en getogen. Met zijn rossige haar en robuuste voorkomen lijkt hij een beetje op een naamgenoot: de judoka Dennis van der Geest. Psomas preekt behalve in het Grieks ook enkele woorden in het Engels en Nederlands. Ook Dennis neemt een Nederlands stuk van de dienst voor zijn rekening.  

Door de knusheid van het gebouw, het feit dat mensen van allerlei windstreken er aanwezig zijn, de verschillen in leeftijd en de verschillende talen, en de diversiteit die hier een plek krijgt, voelt de dienst heel gemoedelijk. Dat komt ook doordat Psomas zich steeds al reciterend en zingend tussen alle banken met de aanwezigen begeeft, terwijl hij met een wierookvat zwaait.

Aan het eind van de dienst kan iedereen die dat wil een stukje antidoron (gezegend brood) bij de priester halen. Het brood is bedoeld om de verbinding van de kerkgemeenschap te versterken. Iedereen die aanwezig is krijgt zo een deel van de zegen en is onderdeel van de kerkgemeenschap. 

Priester Ioannis

Uit heel het land

Sissy Ophoff (32) probeert elke zondag te komen, vertelt ze, als ze even buiten een luchtje schept. Het brengt haar rust. Als ze bijvoorbeeld een slechte week heeft gehad kan ze er daarna weer met frisse energie tegenaan. Ze praat ook regelmatig met de priester: ‘Iedereen doet dat zo eens per half jaar. Hij helpt je om je gevoel weer te vinden en zegent je. Zo kun je dingen achter je laten.’ 

Sissy Ophoff

Ze vertelt dat bijna alle diensten aan een heilige gewijd zijn. Vandaag (27 juli) is dat Panteleimon, de beschermheilige van artsen en vroedvrouwen. Sissy is zelf half Grieks, half Nederlands. ‘De kerk is niet alleen populair bij Grieken, maar ook bij andere orthodox-christenen,’zegt ze. ‘Sinds de oorlog in Oekraïne komen er veel Oekraïners.’ Maar ook Bulgaren, Roemenen en Ethiopiërs weten de kerk te vinden. Sissy: ‘Met Pasen komt half Nederland hier en staan er mensen tot ver buiten de kerk.’ Bovendien fungeert de kerk als ontmoetingsplek. ‘Heel vaak gaan mensen na de dienst met elkaar om de hoek nog koffiedrinken.’ 

De charme van de kerk trekt niet alleen mensen uit diverse landen, maar ook uit heel Nederland. Janis (52) uit Wassenaar is extra vroeg voor de dienst opgestaan: ‘We hadden gister vrienden op bezoek en het werd laat, maar ik wilde hier graag zijn.’ Hij haalt inspiratie uit de dienst en het geeft hem rust. Hij is er niet elke zondag, maar als hij een mogelijkheid ziet dan gaat hij. Janis heeft grote waardering voor Psomas. ‘Hij weet veel mensen aan de kerk te binden.’ De grote hoeveelheid jonge mensen en de toestroom van kerkgangers verklaart hij mede door alle ellende in de huidige wereld. ‘Mensen zijn op zoek naar houvast en hoop.’ 

De priester heeft voor iedereen een persoonlijk woordje of glimlach tijdens de communie

Geen menselijke woorden

Juist om zoveel mogelijk mensen te betrekken, spreekt Psomas liever niet van een Grieks-orthodoxe kerk maar van een orthodoxe kerk. Hij leidt de diensten hier sinds hij priester van de kerk werd op 6 december 1995, de naamdag van de heilige Sint-Nicolaas. Hij maakte daarmee een bijzondere carrièreswitch want daarvoor diende hij zesentwintig jaar in het Griekse leger. Als jonge man wilde hij al priester worden, maar daar had hij destijds de kans niet voor. Toen hij in Nederland gestationeerd was voor een project van de NAVO, begon hij met de opleiding tot orthodox priester. ‘Uiteindelijk kreeg ik het aanbod om priester te worden.’ 

Een van de eerste zaken die Psomas aanpakte na zijn aantreden in 1995 was de staat van het kerkgebouw. Het dak lekte, er was waterschade en de fresco’s waren grauw geworden. De priester vond Mr. Martinos Athanasios, filantroop en eigenaar van het scheepsbouwbedrijf Eastern Mediterranean Maritime, bereid om de kosten te dragen voor het opknappen. 

Psomas vindt het belangrijk dat iedereen welkom is en doet daar moeite voor. Met succes. Psomas: ‘Het aantal mensen dat geïnteresseerd is in de orthodoxe kerk neemt toe. Dat zijn vooral ook mensen die in Nederland zijn geboren en opgegroeid. Dat is opvallend en we zijn er blij mee. Er zijn bovendien veel jongeren. Vaak nemen die na een tijdje hun ouders mee.’ 

Volgens Psomas komen de Nederlanders omdat ze nieuwsgierig zijn en vervolgens gegrepen worden door de traditionele viering. ‘Die heeft meer structuur dan veel andere, niet-orthodoxe diensten. Ik denk dat dat aantrekkelijker is voor hen.’ Voor de mensen die dat willen volgt een proces van catechese. Dat duurt ongeveer een jaar en vindt vooral online plaats. Psomas: ‘Maar ook komen de mensen zondags bij ons om ervaringen te delen met de gemeenschap. Catechese omvat veel meer dan alleen schools leren. Sommigen bekeren zich tot de orthodoxie.’ Wat hij zelf voelt als hij de dienst leidt kan hij moeilijk omschrijven. ‘Tja, wat voelt een priester tijdens de dienst? Daar heb ik geen menselijke woorden voor.’ 

Mystieke ervaring

Dennis Bouman ondersteunt priester Ioannis tijdens de dienst

Dennis Bouman, Psomas rechterhand tijdens de dienst, verloor zijn hart aan de Sint Nicolaaskerk en haar kerkgemeenschap: ‘Twee jaar geleden werd ik door een vriend uitgenodigd om Pasen te vieren bij de kerk. Dat was een heel bijzondere ervaring. Al mijn zintuigen werden geprikkeld: de kaarsen, de wierrook, het licht van Jezus, de iconostase.’ Dennis legt uit dat hij de kerk niet met het hoofd, maar alleen met het hart kan begrijpen. ‘Ik heb hier een mystieke beleving, die ik niet in een Nederlandse kerk vind.’  

Na een jaar werd Dennis op verzoek gedoopt en ging op catechese. Hij volgde een specifieke orthodoxe opleiding en Psomas vroeg hem om als vrijwilliger te helpen. ‘Dat ging echt op zijn Grieks, ik werd lekker direct op de man af gevraagd of ik niet mee wilde helpen.’ Uiteindelijk wil Dennis, die in zijn dagelijks leven huismeester van een woningcomplex is, subpriester worden. Ook wil hij in het gevangeniswezen mensen bijstaan als geestelijk verzorger. 

Grootste Museum van Nederland

In 2023 ging de kerk in Rotterdam een samenwerking aan met ‘Het Grootste Museum van Nederland’, onder andere verbonden aan het Museum Catharijneconvent in Utrecht. De kerk is sindsdien drie dagen per week open en werkt hiertoe samen met vrijwilligers. Zo kunnen mensen de kerk bezoeken, de sfeer ervaren, en de iconen en de geschiedenis van de kerk leren kennen. Psomas: ‘We betrekken zo meer Nederlanders bij de kerk, maar ook veel toeristen. Daarmee zijn we op een actieve manier echt onderdeel van het museumpark geworden. Ik ben heel blij met deze samenwerking.’ 

Dit verhaal maakt deel uit van de serie portretten van oosters-christelijke kerkgemeenschappen in Nederland. In de loop der tijd hebben deze gemeenschappen hun eigen plek verworven in onze samenleving, vaak met behoud van hun eigen gebruiken en rituelen. Met de toenemende migratie uit gebieden waar de oosters-christelijke traditie vandaan komt, vonden we het extra belangrijk om aandacht te besteden aan dit stuk Nederlands religieus erfgoed. Dat kan met steun van het Cultuurfonds.

Auteurs

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.