Van doopvont tot gaskamer, een indrukwekkend leven van rebellie en zelfopoffering

Portret van Maria Skobtsova of ‘Moeder Maria’ (1891-1945):
Het is niet moeilijk om in de Russische geschiedenis spannende levensverhalen te vinden. Het land heeft in de loop van de geschiedenis veel perioden van onderdrukking en revolutie gekend, onder verschillende regimes. Daardoor zijn er vrijwel altijd Russen geweest die, vrijwillig of onder dwang, als tegenstander of als vluchteling, hun moederland verlaten hebben en in een ander deel van de wereld zijn terechtgekomen. Vaak was dat West-Europa en meestal was het voorgoed. Eén van deze mensen was een bijzondere vrouw die inmiddels bekend staat als de ‘Heilige Maria van Parijs’, maar die geboren werd onder een volledig andere naam. Ze kwam in 1891 ter wereld als Liza Pilenko in Riga, nu de hoofdstad van Letland, toen onderdeel van het tsaristische Rusland, als dochter van een welgestelde familie die onder meer een wijngaard bezat in Anapa aan de Zwarte Zee. Toen ze gedoopt werd in de kerk, verdronk de kleine Liza bijna in de doopvont. Door sommigen is deze vroege bijna-dood ervaring als verklaring gezien voor haar latere fascinatie met de dood. De dood kwam ze veelvuldig tegen: de dood van haar vader toen ze veertien jaar oud was (dit maakte dat ze een tijdlang niet meer geloofde); de revoluties van 1917 en vooral de bloedige burgeroorlog in Rusland van 1918 tot 1922, waar ze op allerlei manieren bij betrokken was; het vroege overlijden van alle drie haar kinderen waar ze slechts een keer zelf bij aanwezig kon zijn (van haar stervende dochter maakte ze een reeks hartverscheurende portretten). Zelf vond ze de dood in het concentratiekamp Ravensbrück in 1945, een paar dagen voordat het bevrijd werd: ze ging vrijwillig de gaskamer in, volgens sommigen door de plaats in te nemen van een joodse vrouw, volgens anderen om de hele groep bij te staan tijdens hun laatste minuten.

Universeel moederschap

Maria Skobtsova in 1937

Tijdens het proces van ziekte en sterven van haar dochter Anastasia in 1926, vormde zich in (toen nog) Elizaveta Kuz’mina-Karavaeva de overtuiging dat ze haar leven moest wijden aan een universeel moederschap: een moeder zijn voor alle mensen en dan vooral voor de velen die hulp en troost nodig hebben. Ze vulde daarmee het idee van een ‘imitatio Christi’ (een leven leiden in navolging van Jezus Christus) aan met het idee van een ‘imitatio Mariae’: een leven van zelfopoffering in navolging van Maria. Een voor die tijd bijzondere doorbreking van genderstereotypen hoorde daar voor Elizaveta bij: beide ‘imitatio’s’ zijn voor beide geslachten. In 1932 werd ze tot non gewijd en nam ze de naam Maria aan, genoemd naar de Heilige Maria van Egypte die voor haar een inspiratie vormde. Sindsdien staat ze bekend als ‘Moeder Maria’ (Mat’ Marija]). Zoals in het orthodoxe christendom gebruikelijk wordt vaak tussen haakjes haar wereldse naam, Skobtsova, toegevoegd. Dat was de achternaam van haar echtgenoot, Daniil Skobtsov, met wie ze voor de wet getrouwd bleef terwijl het kerkelijke huwelijk ontbonden werd – een voorwaarde om non te kunnen worden.

Het latere deel van haar leven werkte Maria Skobtsova als non in Parijs, waar ze een klooster begon, feitelijk een opvang voor dak-, thuis- en werklozen die ze in hoge mate in haar eentje runde. Ze borduurde iconen voor de kapel en organiseerde lezingen en muziekavonden. Zelf was ze tijdens de kerkdienst vaak afwezig, omdat ze ergens op straat zwervers moed insprak of omdat ze naar de markt was gegaan om bij de kramen goedkope groente en vlees te vragen voor het goede doel. Die verwerkte ze dan tot een voedzame soep: vaak was ze in de keuken te vinden, haar habijt vol vlekken en met een onafscheidelijke peuk in de mondhoek. Niet direct wat je je bij een non voorstelt en zeker binnen de orthodoxie erg ongebruikelijk. Eigenlijk dubbel ongebruikelijk: de wending naar de wereld en het feit dat een non geheel zelf invulling geeft aan haar rol. Binnen de Russisch-orthodoxe kerk werd dan ook door velen met twijfel of afkeuring gekeken naar de eigenzinnige manier waarop ze het kloosterleven gestalte gaf. Deze twijfel duurt voort tot op de dag van vandaag: in 2004 is Moeder Maria heiligverklaard door het Patriarchaat van Constantinopel (in Istanboel), maar dit is door de Russisch-Orthodoxe Kerk (ROK) nog niet erkend, ondanks het feit dat ze ook in Rusland zeer bekend en, in bepaalde kringen, zeker ook populair is.

Moeder, student, dichteres, activiste, burgemeester

Anna Achamatova en Aleksandr Blok

Hoewel ze stierf als non en heilig verklaard werd vanwege haar rol als ‘moeder voor iedereen’, was dat niet hoe Maria begon. Het eerste deel van haar leven bracht ze door in Rusland in drie verschillende rollen, student, dichteres en activiste. Hoger onderwijs was voor 1917 in Rusland voor vrouwen niet toegankelijk, maar ze studeerde filosofie aan een privéschool voor welgestelde meisjes en theologie aan de Theologische Academie, beide in wat nu St. Petersburg is. In de theologie was ze in Rusland de eerste vrouw ooit: ze kon op de academie haar gezicht niet laten zien, maar studeerde op afstand en legde haar tentamens buiten het programma om af. Ondertussen was ze actief als dichteres in kringen rond dichters als Aleksandr Blok en Anna Achmatova. Meerdere van haar bundels werden gepubliceerd en ze bleef haar hele leven schrijven. Tenslotte was ze politiek actief als lid van een gematigde politieke partij, de Sociaal-Revolutionairen: deze partij deed actief mee aan de Februarirevolutie in 1917, maar wees de tweede revolutie in dat jaar, de Oktoberrevolutie door de bolsjewieken onder Lenin en Trotski, af. Ze plande zelfs een aanslag op het leven van Trotski, die de leiding had over het Rode Leger, de gewapende tak van de bolsjewieken. Tijdens de burgeroorlog werd ze gekozen als burgemeester van Anapa, de stad waar ze opgegroeid was. Daarmee was ze de eerste vrouwelijke burgemeester in de Russische geschiedenis en een van de eersten wereldwijd. Als burgemeester was haar inzet de bevolking zo min mogelijk te laten lijden onder de burgeroorlog tussen de Roden (de nieuwe, communistische regering) en de Witten (aanhangers van de tsaar). Feitelijk waren gematigde, hervormingsgezinde activisten als zij de grote verliezers in de burgeroorlog.

De rode draad in haar leven wordt gevormd door eigenzinnigheid en tomeloze energie, maar ook door rebellie tegen heersende opvattingen, zowel waar het gaat over de maatschappelijke en politieke rol van vrouwen, als waar het gaat over de mogelijke rol van vrouwen in de kerk, in haar geval als non. Een indrukwekkend leven van rebellie, energie en zelfopoffering, vaak, van doopvont tot gaskamer, in de buurt van het randje van de dood.

Werk van en werk over Skobtsova

De meest toegankelijke biografie is geschreven door Sergei Hackel: Pearl of Great Price; The Life of Mother Maria Skobtsova 1891-1945 (Crestwood, New York: St Vladimir’s Seminary Press, 1982). Sommige van haar teksten zijn beschikbaar in Engelse en Franse vertaling, maar veel van haar werk wordt nu pas voor het eerst uitgegeven. Een volledige, vijfdelige uitgave van haar geschriften verschijnt sinds 2012 in Parijs en Moskou. Haar tekeningen, schilderijen en borduurwerken zijn in kleur te vinden in Xenia Krivochéine, La beauté salvatrice; Mère Marie (Skobtsov) (Paris: Les éditions du cerf, 2012), een stripverhaal over haar leven is er ook, geschreven door Jim Forest en met tekeningen van Dasha Pancheshnaya: Silent as a Stone; Mother Maria of Paris and the Trash Can Rescue (Crestwood, New York: St Vladimir’s Seminary Press, 2007).

Auteur

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.