‘De wapenstok en het kruis’ is een lezenswaardig en actueel boek, dat ingaat op de achtergrond en geschiedenis van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Het boek is sterk waar de auteur, de Britse journaliste Lucy Ash die jarenlang correspondent was in Moskou, haar observaties, ervaringen en persoonlijke ontmoetingen weergeeft. Reflectie over wat zij heeft meegemaakt leidt tot plausibele conclusies, terwijl de onderbouwing van historische kennis en religieuze terminologie niet overal solide uitvalt.
In het eerste deel ‘Verleden’ komt de geschiedenis van Rusland aan bod: van de heilige prinses Olga (rond 980) tot het aantreden van Poetin in 2000, inclusief citaten uit de Russische literatuur en de visie van Russische historici uit de 19de eeuw en van recente westerse historici op de gebeurtenissen. Dat gebeurt nogal rommelig. Sommige zaken legt de schrijfster te kort en niet nauwkeurig uit, zoals de betekenis van het begrip ‘symfonie’(ideale harmonie tussen kerk en staat), de hervorming van patriarch Nikon rond 1650 en de opkomst van de Oudgelovigen. Sommige vergelijkingen zijn te kort door de bocht: die tussen Peter de Grote en Poetin, en tussen het Russisch concilie van 1917/1918 en het Tweede Vaticaans concilie. Je moet dan de overeenkomsten en verschillen goed uitleggen ofwel zo’n opmerking weglaten. Het lijkt er op dat de schrijver of de vertalers de kerkelijke termen en historische details niet goed kenden. Peter de Grote voerde geen verbod op gezichtsbeharing in, maar een hief belasting op baarden en een verbod daarop tijdens officiële bijeenkomsten. Een ‘panachida’ is geen ‘requiem’, maar een gebed in de orthodoxe kerk om doden te herdenken. Een requiem daarentegen is de Latijnse naam voor een rooms-katholieke begrafenis en later de benaming voor alle muziek die daarbij gecomponeerd is. Paus Johannes Paulus II wilde zeker geen samengaan van de rooms-katholieke en de orthodoxe kerk. En na de val van het communisme in 1989 zijn geconfisqueerde orthodoxe kerkgebouwen niet teruggegeven, maar gratis in bruikleen gegeven aan de gelovigen. Gebouwen van na 1800 en nieuw gebouwde kerken konden wel eigendom worden van een kerk. Ondanks deze slordigheden bevat dit deel veel interessante informatie en interpretaties, , waarbij personen en gebeurtenissen uit de Russische geschiedenis gedemystificeerd worden.
Betrokken
Het vervolg, waarin de auteur ingaat op de Russisch-orthodoxe kerk tijdens het communisme en de ontwikkelingen daarna, is beduidend beter en degelijker. Die periode heeft de schrijfster deels persoonlijk meegemaakt en dat is te merken. Je voelt haar betrokkenheid. Zo nuanceert Ash de positie van patriarch Kyrill. Tot 2011 bevatten zijn uitspraken nog enige openheid, maar na enige aarzeling kiest hij dan toch voor de politiek van Poetin. Daarna wordt hij steeds radicaler en worden zijn uitspraken gênanter en absurder. De auteur vermoedt dat Kyrill onder druk is gezet, mogelijk omdat de geheime dienst, de FSB, belastende informatie (kompromat) over hem heeft. Verschillende hoge geestelijken leiden een zeer luxueus en decadent leven, waardoor ze chantabel zijn. Ash denkt dat patriarch Kyrill in feite niet veel meer te zeggen heeft. Wat er precies aan de hand is met allerlei schandalen kom je niet te weten, ook niet in dit boek. De figuur van metropoliet Tichon (Shevkoenov) zou volgens mij ook nuancering verdienen. Hij is inderdaad betrokken bij ideologisch dubieuze en kostbare projecten. Maar als metropoliet van Pskov (2018-2023) was hij een verademing. Hij was inspirerend en de relatie met zijn priesters was goed. Hoewel hij ‘biechtvader van Poetin’ schijnt te zijn, kan de overplaatsing naar de Krim erop wijzen dat hij in ongenade is gevallen. Zijn populariteit wordt mogelijk in Moskou als bedreigend ervaren. De meningen daarover lopen uiteen.
De hoofdconclusie van het boek over de verhouding tussen kerk en staat tijdens het bewind van Poetin is de volgende: ’Poetin heeft dan wellicht de eerste zestien jaar van zijn carrière voor een inlichtingendienst gewerkt, die het atheïsme promootte en gelovigen meedogenloos vervolgde, toch is het niet zo vreemd dat hij het orthodoxe christendom heeft omarmd. De FSB kreeg namelijk in de gaten dat de kerk nog als enig instituut aanwezig was in alle voormalige Sovjet republieken. …… Nu zou zij de plaats innemen van de (communistische PB) partij en aan het Poetinisme zijn ideologisch kader bieden.’ Die conclusie lijkt mij helaas juist. De Orthodoxe Kerk is dus voor de Russische staat opnieuw, als in de communistische periode, vooral een instrument in haar buitenlandse politiek. De kerk heeft bezittingen en mensen over de hele wereld, die de Russische staat niet heeft.
Ik wil hierbij wel drie relativeringen aanbrengen:
- Het verwijt dat orthodoxe geestelijken in de communistische periode hebben samengewerkt met de KGB (voorganger van de FSB) vind ik te gemakkelijk. Wanneer je niet met de KGB samenwerkte kon je niets doen. Sommige hoge geestelijken hebben geprobeerd in die samenwerking nog iets voor hun kerk te doen, anderen hebben het nog erger gemaakt dan het al was. Dat is achteraf van buiten af moeilijk te beoordelen. De opmerking dat de Russisch-Orthodoxe Kerk van haar onderdrukkers, de veiligheidsdiensten, is gaan houden, het zg. ‘Stockholm syndroom’, lijkt mij wel juist.
- De orthodoxe kerken zijn kerken met verschillende niveaus, die weinig op elkaar betrokken zijn. Je hebt het niveau van de hoge geestelijkheid en de bisdommen. Daar speelt zich de samenwerking met de staat af en heb je de theologie of liever ideologie die bij de samenwerking (symfonie) hoort. Daar zit ook het meeste geld. Een ander niveau is die van de grotere parochies in de steden. Daar komen soms veel mensen en is ook wel geld van sponsors. Weer een ander niveau is dat van de parochies in de dorpen. Daar is vaak geen werk en geen geld en leven de mensen eenvoudig en geïsoleerd. Sommige dorpen zijn er redelijk aan toe, maar vaak is er ook sprake van grote armoede. Veel dorpen sterven uit. Op dat niveau is de hoge (kerk)politiek heel ver weg, wat niet betekent dat de dorpsbewoners dissidenten zijn. Is de sfeer op hoog niveau vaak heel autoritair, aan de basis is de sfeer vaak meer egalitair en helpen de mensen elkaar om te overleven en het kerkje open te houden. Dit basisniveau van de orthodoxe kerk komt in het boek onvoldoende voor het voetlicht.
- De orthodoxe kerk in Oekraïne is na de val van de Sovjet-Unie uit elkaar gevallen. Momenteel zijn er twee groepen die van metropoliet Oenoefri en die van metropoliet Epifanii. De eerste heeft afstand genomen van het patriarchaat Moskou en de invasie veroordeeld, maar niet volledig gebroken met het patriarchaat Moskou. Dat wil niet zeggen dat men voor Poetin is, maar dat men vreest om bij een breuk de canonieke status te verliezen en daarmee niet meer tot de officiële orthodoxe Kerk te behoren. De groep van metropoliet Epifanii is begin 2019 opgenomen binnen het patriarchaat van Constantinopel en daardoor officieel erkend. Maar bij die groep kun je ook vraagtekens zetten. Wordt deze groep niet voorgetrokken als een soort staatskerk van Oekraïne, waar alle orthodoxe Oekraïners lid van moeten zijn? Over de ingewikkelde kerkelijke situatie in Oekraïne is uitgebreid informatie te vinden op dit Platform.
Al met al is het boek zeker een aanrader. Het is, als gezegd, niet alleenlezenswaardig en actueel boek, maar het draagt vooral ook bij aan een beter begrip van de Russisch-Orthodoxe Kerk.

- Lucy Ash
- De wapenstok en het kruis. De cynische symbiose tussen Poetin en de Russische kerk
- Utrecht: KokBoekencentrum, 2025. 400 p. ISBN 978 90 435 4252 4
- Prijs: € 34,99