Van basilica tot kruiskoepel: de ziel van de Armeense kerkbouw

Eind mei maakte Paul Baars een groepsreis van twee weken naar Armenië. Dat gaf hem de mogelijkheid kennis te maken met het indrukwekkende berglandschap en met de unieke, soms oeroude, daarin gelegen kerken en kloosters.

De fotoboeken over dit onderwerp zijn prachtig, maar de realiteit heeft een trieste kant. In musea zie je kaarten van een vroeger Groot-Armenië, dat ooit delen van Azerbeidzjan, Syrië en Oost-Turkije omvatte. Er is een nostalgische hang naar die tijd. Maar dat zou ook een recept kunnen zijn voor een nieuwe oorlog, want ook andere volkeren hebben hun eigen historische claims op dezelfde regio’s.

De kerken en kloosters in het huidige Armenië zijn monumenten en goed onderhouden. De kloosters zijn meestal niet bewoond, maar de hoofdkerk is vaak wel weer in gebruik als parochiekerk. In de Iraanse stad Isfahan, waar veel Armeniërs wonen, staat de kerk van de Heilige Verlosser uit de 17de eeuw. Het is van binnen en van buiten een unieke combinatie van Armeense en Iraanse architectuur, die steeds in gebruik is gebleven als kerk. Naast de kerk is een museum, waarin onder andere kostbare middeleeuwse manuscripten bewaard worden. De Armeense kerken in Iran waren open toen in Armenië zelf, tijdens de Sovjet periode, de meeste kerken gesloten waren. De Armeense kerken in het huidige Turkije zijn vaak vervallen door verwaarlozing en aardbevingen. Enkele zijn gerestaureerd en nog in gebruik (zoals in Istanbul) of als museum heropend. De kerkgebouwen in het huidige Azerbeidzjan zijn, na de door Armenië verloren oorlog van 2022, vrijwel allemaal met de grond gelijk gemaakt. Een van onze gastgevers zei het zo: ‘Jullie moeten ons blijven bezoeken, want we zijn een klein bedreigd landje.’

Ahpadklooster met fresco’s © Paul Baars

De Armeense Apostolische Kerk is een oriëntaalse kerk, verwant aan de Syrische, koptische en Ethiopische kerken. In 301, tachtig jaar eerder dan in het Byzantijnse Rijk, werd het Armeens christendom uitgeroepen tot staatsgodsdienst. De oudste kerken van het land dateren daarom al van de vierde eeuw. Maar aardbevingen en oorlogen eisten hun tol. In 1925 werd Armenië een onderdeel van de Sovjet-Unie. Toen begon voor de Armeens Apostolische Kerk opnieuw een moeilijke periode. De meeste kerken werden gesloten, kregen een andere functie of zijn afgebroken. Vanaf 1980 kwam er meer belangstelling voor het verleden en de cultuur van Armenië. Er werd een begin gemaakt met de restauratie van historische gebouwen, maar de schade is vaak nog duidelijk zichtbaar. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er iets meer ruimte en pas na de perestrojka kan de Armeense kerk zich weer vrij ontplooien.

Kerkruïnes in Zvartnots en Yererouk ©Mike Rijken

Hoofdvormen

Delen van de kerk van de Moeder Gods in Etchmiadzin, het kerkelijk centrum van Armenië, dateren al van kort na 301. De kerk is nog steeds in gebruik. In 2024 groef men bij Artaxata, van 176 v. Chr. tot 120 na Chr. hoofdstad van Armenië, de fundamenten op van een kerk, die rond 350 is gebouwd. Deze kerken behoren tot de oudste kerken van de wereld.

Wat is kenmerkend voor de Armeense kerkelijke architectuur? Er bestaan drie hoofdvormen: de basilica, de kruiskoepelkerk en de ronde kerk. Er zijn natuurlijk ook mengvormen en modernere vormen. Vaak is door latere toevoegingen de oorspronkelijke vorm niet meer duidelijk herkenbaar.

De basilica is een rechthoekig gebouw met doorgaans aan de oostkant een ronde apsis, waarin het altaar zich bevindt. Enkele van deze soms heel oude kerken zijn bewaard gebleven. Ze zijn gebouwd tussen de vijfde en de achtste eeuw.

De kruiskoepelkerk is zich gaan ontwikkelen tot de meest gangbare en herkenbare Armeense kerkelijke bouwstijl. De basisvorm is, wat de naam al zegt, een kruis waarop een koepel is geplaatst. Dat geheel is soms ingebed in een grotere vierkante structuur. De koepels hebben een ronde, zes- of acht-, of meer hoekige vorm. De zuilen, de timpanen en de gewelven waarop de koepel rust hebben vaak versieringen van bloemen of geometrische figuren. Deze kerken zijn hoger dan de basilica’s en geven daardoor een beetje hetzelfde gevoel als een westerse gotische kerk. Aan de buitenmuren zijn soms inscripties en kruizen aangebracht. De omlijstingen van de ingangen zijn vaak mooi versierd. Een enkele keer heeft een kerk twee verdiepingen: een onder- en een bovenkerk. Veel meer geometrische vormen vallen op: vierkanten, cirkels, zes- en achthoeken, cilinders en driehoeken.

Haghartsin klooster © Paul Baars

Een derde type is de ronde koepelkerk, waarbij de koepel ook op zuilen rust. Dit type kerken was slecht tegen aardbevingen bestand. De meeste ronde kerken zijn nu ruïnes. Daarom heeft deze bouwwijze zich niet doorgezet. Een bekend voorbeeld is de grote kerk van Zvartnots. Die is rond 650 gebouwd, ingestort en begin vorige eeuw weer opgegraven en gedeeltelijk gereconstrueerd.

Jerevan

In veel landen van Oost- en Midden-Europa zijn na het verdwijnen van het communisme en de val van de muur in de hoofdsteden van landen met een orthodoxe (in Armenië oriëntaalse) traditie enorme kerken gebouwd. Denk aan de Christus Verlosser kerk in Moskou of de Sint Sava kerk in Belgrado. Aan de ene kant is het normaal dat een grote kerkelijke organisatie ook grote kerken nodig heeft. Die bestaan bij ons ook. Aan de andere kant is het ook een uiting van triomfalisme, waarbij je vragen kunt hebben. In de hoofdstad Jerevan is in 2000 zo’n enorme kerk geopend. De kerk was sober en leeg, en kwam op mij onpersoonlijke over.

Spirituele betekenis

Kerkinterieur: geen iconostase, maar een gordijn.Kerk van Gregorius de Verlichter in Jerevan (links) ©Paul Baars

Je kunt een kerkgebouw zien als een microkosmos waarin de hele christelijke spirituele wereld in het klein wordt uitgebeeld. De kruiskoepelkerk heeft de vorm een groot kruis, een belangrijk christelijk symbool. De cirkel verwijst naar de eeuwigheid, het vierkant naar de tijdelijkheid, de vier windstreken en de vier evangelisten. Wanneer een kerk een apsis heeft is die vaak gericht naar het Oosten, waar de zon opkomt. Het eerste zonlicht komt via de apsis naar binnen. Het is een verwijzing naar de verrijzenis van Christus. Wanneer je centraal in de kerk staat, komt via de hoogte en de koepel de hemel naar je toe en kun je naar de hemel omhoogzien. Lange smalle horizontale ramen versterken deze hoogtewerking. Het licht moet van binnenuit in de kerk ontstaan door het licht van de kaarsen die de gelovigen opsteken.

In de huidige kerken zie je een beperkt aantal iconen. De belangrijkste staat op het altaar, een icoon van de Moeder Gods. Er staat geen iconostase voor het altaar, maar wel een gordijn en een hekwerk.

De basilica’s zijn meer horizontaal, de kruiskoepelkerken meer verticaal. Het centrale gedeelte van de kruiskoepelkerk, waar de gelovigen bidden, krijgt dan evenveel accent als de apsis waar het altaar staat. De oude kerken zijn meestal vrij klein, als een soort huiskamer, wat een intieme sfeer geeft. Ze harmoniëren met de omringende natuur en zijn van lokale natuurlijke materialen gebouwd. Tegelijk verwijzen de geometrische vormen naar een andere, een goddelijke, wereld.

Oorsprong Armeense kerkenbouw

Armenië lag lange tijd aan de rand van de klassieke Romeinse en Griekse wereld en is daardoor sterk beïnvloed. Het type van de basilica bestond in de antieke cultuur en werd gebruikt als markthal of als gerechtsgebouw. Ook het type van de ronde kerk bestond al. Een voorbeeld is de Tholes tempel te Delphi. (4de eeuw voor Christus). Deze vormen zijn in de vroegchristelijke wereld verder ontwikkeld. Armeense architecten en ambachtslieden waren in die tijd ook buiten Armenië veel gevraagd en werkten ook in Byzantium en het Westen.

Chatsjkars

Chatsjkar in het museum van Ardatpat en op het kerkhof Noraduz © Mike Rijke

Chatsjkars (letterlijk kruisstenen) zijn Armeense gedenk- en grafstenen. Vanaf de 9de eeuw, na de Arabische overheersing, komen ze in omloop. De bloeiperiode was in de 14de eeuw. Ze worden nog steeds gemaakt en kunnen ruim een meter hoog zijn. Het kruis (zonder corpus) is vaak gecombineerd met een levensboom en een cirkel, die het leven en de eeuwigheid symboliseren. Het christelijke symbool van het kruis is zo met voorchristelijke symbolen gecombineerd. Ze staan nu vaak rond kerken, in parken of musea. Een enkele keer is nog een oorspronkelijk kerkhof met chatsjkars bewaard gebleven. In Nederland staan er nu ook een paar, bijvoorbeeld in Amsterdam, Almelo en Assen ter herdenking van de Armeense genocide in 1925. Dat zelfde geldt voor Maastricht: Servatius, de oudst bekende bisschop van Maastricht/Tongeren en daarmee van Nederland, kwam mogelijk uit Armenië. De Armeense parochie in Maastricht is aan Servatius toegewijd en heeft aan de rooms-katholieke Sint Servaaskerk een chatsjkar geschonken. Zo is de Armeense architectuur ook in ons land aanwezig.

Kruiskoepelkerk

Auteur

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.