‘Trouw blijven aan Christus en het Evangelie’

Zo luidt de titel van de verklaring, die al kort na kerstmis 2025 (volgens de orthodoxe kalender op 6/7 januari) op het Russische social-media-kanaal Telegraph verscheen. De verklaring is getekend door een aantal orthodoxe geestelijken en leken en keert zich tegen de oorlog in Oekraïne, en met name tegen de houding die door de leiding van de Russische Orthodoxe Kerk (ROK) in dit verband werd ingenomen. Het duurde evenwel een tijd voor de oproep werd opgepakt. De Duitse nieuwswebsite NÖK (Nachrichtendienst Östliche Kirchen) bracht al in januari een vertaling. Reacties bleven uit. Recentelijk verscheen wel in het onder Duitse Katholieken populaire tijdschrift Stimmen der Zeit een vertaling voorzien van commentaar.

De verklaring is een uiting van verzet vanuit Rusland zelf. De auteurs introduceren zichzelf als ‘geestelijken en leken van de Russisch-orthodoxe kerk die in Rusland blijven en de oorlog niet hebben aanvaard’. Het document bestaat naast een inleiding uit acht paragrafen. Aan de hand van de stellingnames en kritiek is inderdaad te zien, dat de auteurs vanuit de Russisch- orthodoxe kerkgelederen komen. Volgens de auteurs vertekent het Moskouse patriarchaat met zijn rechtvaardiging van de ‘speciale militaire operatie’ niet alleen de christelijke leer en het evangelie, maar ook de Russische kerkelijke traditie.

Rol van de staat

De rol van de staat is louter ‘praktisch en tijdelijk’. De staat is niet heilig en heeft, in een eschatologisch perspectief, geen eeuwige waarde. De kerk heeft dat wel en mag dus niet met de staat samengaan. Ook verzetten de auteurs zich tegen een rol van de kerk als ‘(moreel) cement’ (скреп), een term die al jaren in Rusland wordt gebruikt om de positie van de kerk ten aanzien van de samenleving aan te geven. Dit ‘cement’ dient er in de officiële uitspraken van ROK ook toe, om de zo genaamde drie-eenheid van de ‘Slavische broedervolken’ (Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland) te onderbouwen.

Hierop volgt een pleidooi tegen nationalisme, en tegelijk voor een christelijk universalisme, met name voor de universele geldigheid van een in christelijke termen onderbouwde menselijke waardigheid. Hiermee keren de auteurs zich tegen een uitspraak van patriarch Kirill, die sinds 2016 herhaaldelijk de mensenrechten een ‘globale ketterij van mensenverheerlijking’ noemde. In de Russische pers riep dat destijds heftige controverses op, maar in het Westen werd deze discussie nauwelijks opgepakt. Grote groeperingen in de ROK en ook de aanhangers van de dominante ideologie van de ‘Russische Wereld’ beschouwen mensenrechten als een uitvinding en imperialistisch instrument van het Westen, waarmee Rusland zich in oorlog zou bevinden. De auteurs spreken zich uit tegen het concept van de ‘Russische Wereld’. Zij benadrukken, dat ook het oosters christendom zeker niet alleen Russisch is en dat er bovendien geen sprake kan zijn van een rol van de Russische kerk als ‘weerhouder’, als ‘katechon’ (2 Thess 2,6: ‘Dan weet u ook wat hem [de Antichrist/red.] tegenhoudt.’). Het gebruik van deze merkwaardige term is een toespeling op een door ultra-rechte filosofen, zoals Aleksandr Doegin, geïnspireerde verklaring van een Russisch forum. Doegin zelf beroept zich geregeld op de Duitse rechtsfilosoof Carl Schmidt, die in de jaren 1930 ook sympathieën had voor het Derde Rijk. Grof gesproken verschijnt Rusland hierin als het laatste bastion (katechon), dat de komst van de antichrist tegenhoudt. Dit document staats sinds maart 2024 op de officiële website van het Moskouse patriarchaat, dus geeft diens officiële lijn weer. De auteurs kunnen zich ook niet vinden in de zogenaamde ‘traditionele waarden’, die in het officiële Russisch-orthodoxe discours een centrale rol innemen. Zij zijn in 2020 in de Russische constitutie opgenomen. Volgens de auteurs missen dergelijke leuzen de kern van het christendom: Zo stellen ze in de vijfde paragraaf: ‘Wij kunnen geen christelijke boodschap erkennen in een leer waarin ‘traditionele’ en ‘nationale’ waarden de plaats innemen van de evangelische moraal, de geboden van Christus en Christus Zelf.’

Naastenliefde

Ook geeft de ware christen wel door zijn leefwijze en in relatie met anderen getuigenis van zijn geloof en waarden, maar legt deze niet aan anderen op – laat staan door repressie en oorlog. De voornaamste christelijke waarde is naastenliefde, en niet de huidige verheerlijking van geweld en heldendom. Als Russen delen de auteurs de algemene waardering voor de veteranen van bijv. de Tweede Wereldoorlog en de strijd tegen het naziregime, en vinden deze legitiem. Maar ook de ’Grote Vaderlandse Oorlog’ (zo wordt de Tweede Wereldoorlog in Rusland genoemd) is geen ‘heilige oorlog’. Veeleer blijft oorlog een kwaad; zij verzetten zich tegen een vermenging van heldendom en heiligheid. ‘We kunnen dankbaar zijn jegens hen die, door zich te verzetten tegen het kwaad, soms met gevaar voor eigen leven, erger geweld hebben tegengehouden. Maar die dankbaarheid mag nooit ontaarden in verheerlijking, romantisering of heldenverering van het geweld zelf.’ De auteurs doen juist hiervoor een beroep op de canon 13 van de heilige Basilius, een in de oosterse leer over kerk en vrede veel geciteerde passage. Weliswaar geldt voor de kerkvader iemand die zichzelf of anderen verdedigt en om die reden zijn tegenstander doodt, niet rechtstreeks als moordenaar. Doden om groter kwaad af te wenden kan legitiem zijn, maar Basilius geeft wel de aanbeveling dat soldaten na een oorlog gedurende drie jaar geen eucharistie mogen ontvangen ‘omdat hun handen niet schoon zijn’. Het is ook op basis van dergelijke uitspraken dat het oosters christendom, hoewel het niet per se pacifistisch is, toch nooit een uitgewerkte theorie van een ‘rechtvaardige oorlog’ noch het ideaal van ridderlijkheid of van een kruisridder heeft gekend. Het huidige Russische kerkelijke militarisme, de cultus van de soldaat en de omschrijving van zijn opoffering als een vorm van ascetische oefening, die de mens dichter bij God zou brengen, zijn dus niet te verzoenen met de orthodox-christelijke overlevering. Ascetisme is daarin veeleer een pad naar inwendige en, als gevolg hiervan, ook uitwendige vrede. Als getuige voor hun opvattingen noemen de auteurs verder juist een bekende en belangrijke Russische asceet, de monnik Silouan (ook bekend als ‘starets Silouan’), die in de eerste helft van de 20e eeuw eerst in Rusland en later op de berg Athos woonde en door velen werd vereerd. Zijn biograaf en leerling, de Russische abt Sofroni van Essex, citeerde hem als volgt: ‘Diegenen die hun medemensen haten en afwijzen, zijn verarmd in hun bestaan. Ze kennen de ware God niet, die alomvattende liefde is.’

Icoon van de heilige Silouan (Athos, Grieks) ©Wikmedia

Vrede als kernwaarde

Silouan, en ook de abt Sofroni benadrukten veelvuldig de centrale rol van vrede in de boodschap van het christendom. Zij keerden zich tegen het kwaad van oorlog. Allebei staan zij voor een alternatieve richting van de Russische ascetische traditie.

De algemene veroordeling van geweld gaat bij de auteurs verder dan alleen oorlogsgeweld. Zo verwijzen ze ook naar huiselijk geweld. Sterker nog, enkele jaren geleden is, met steun van rechtse orthodoxe geestelijken, de strafbaarheid van huiselijk geweld afgeschaft. Ook op anderen punten gaan de auteurs verder dan alleen de huidige oorlog. Dat geldt dan bijvoorbeeld voor hun kritiek op de heersende machtsstructuren in de ROK. Zij stellen dat patriarch Kirill ook binnen de kerk een autoritair regime heeft geïnstalleerd, een ‘verticaal van de macht’ (zoals Poetin in de staat). Dat is al lang een issue onder kritische Russische christenen. Ook de reeds in 2013 vermoorde, populaire aartspriester Pavel Adelgeim heeft dit herhaaldelijk aan de kaak gesteld. Volgens de auteurs van de verklaring komt de autoritaire structuur neer op een schending van ‘het principe van synodaliteit’(ook onder westerse theologen bekend als sobornostj). Het is dit ‘synodaal principe’, dat eigenlijk het wezen van de orthodoxie, en dan met name de ROK zou moeten kenmerken. Dat inmiddels ook priesters die de officiële lijn van de kerk inzake de ‘speciale militaire operatie’ niet willen volgen kunnen worden geschorst, is volgens de opstellers onjuist en onwettelijk. De kerk moet teruggaan naar haar rol als bemiddelaar en juist daarom ‘buiten de politiek blijven’, zoals ook de ROK dat destijds (in 2000) in haar sociale doctrine heeft opgenomen. In de ogen van de critici betekent de officiële lijn van het Moskouse patriarchaat nu dus niet alleen een breuk met de christelijke leer in het algemeen, maar ook met de Russische kerkelijke leer en traditie. Ook in de oudere documenten van de ROK is vrede eigenlijk de kernwaarde van de christelijke boodschap. Dat priesters vervolgd worden als zij tijdens de liturgie bidden voor de vrede in plaats van het door de kerkelijke overheid voorgeschreven gebed voor een Russische zege, is in de ogen van de auteurs niets anders dan christenvervolging.

‘Woord van God

De verklaring verdient meer aandacht, ook vanwege de lijn van argumenteren. Algemeen christelijke en oecumenische waarden staan naast argumenten van de oosters-christelijke traditie – niet in de laatste plaats van de Russische kerk zelf. Hierdoor wordt duidelijk dat in de ogen van de Russische auteurs de actuele officiële lijn van het Moskouse patriarchaat vooral een vertekende en vernauwde versie niet alleen van het christendom, maar ook van een bredere Russische traditie is.

Het document eindigt met een Bijbels citaat ‘Het Woord van God blijft tot in eeuwigheid’ (Jesaja 40:8) evenals belijdenis van trouw aan dit Woord van God. Dit citaat heeft een anti-totalitaire geschiedenis. Hetzelfde citaat, alleen zonder bronverwijzing, staat ook onder de Barmer Verklaring (Barmer Theologische Erklärung) van evangelische christenen tegen het naziregime in 1934. Het lijkt erop dat dit geen toeval is en dat de auteurs deze verklaring kennen en deels als voorbeeld hebben gebruikt.

De auteurs wijzen er in de inleiding op dat iedereen die de verklaring verder verspreidt, instemt met de inhoud. Je zou dit kunnen vergelijken met de in de Sovjettijd gebruikelijke methode van de samizdat, alleen nu wordt de boodschap verspreid via het internet. De oppositieliteratuur heeft destijds niet direct geleid tot de val van het regime, maar de verklaringen en brieven uit de sovjet-tijd hebben wel hun waarde gehad, als aanknopingspunten voor contacten over het IJzeren gordijn heen, maar ook voor een nieuw begin na het einde van de dictatuur. De combinatie van universele, christelijk-oecumenische en orthodoxe, en specifiek Russische elementen in de argumentatie maakt deze verklaring waardevol, nu en later.

Openingsfoto: Russen in de diaspora protesten tegen de oorlog in Oekraïne. © Wikimedia-commons: Silar.

Auteur

  • Alfons Brüning

    Hoofdredacteur 'Platform Oosters Christendom’ en directeur IvOC. Alfons is historicus en religiewetenschapper met speciale interesse in de oosters-christelijke kerkgeschiedenis. Hij richt zich met name op de sociale leer van het oosterse christendom en mensenrechten.

    Bekijk Berichten

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.