Bidden voor vrede kan een Russisch orthodoxe priester duur komen te staan

‘Binnenkort zal het waarschijnlijk onfatsoenlijk worden om niet ‘geschorst’ te zijn, met aantijgingen als “extremist” of “buitenlandse agent”.’ Met deze woorden omschreef de in ongenade gevallen Wit-Russische orthodoxe priester Alexander Shramko, die gedwongen werd naar Litouwen te emigreren, de reeks recente vervolgingen van bekende of minder bekende priesters van het patriarchaat van Moskou vanwege hun verzet tegen de oorlog in Oekraïne.

Begin januari 2024 werd aartspriester Alexei Uminskij, hoofd van een actieve parochie van ´De Levengevende Drie-eenheidskerk’ in Moskou en een bekende en gerespecteerde priester, uit zijn functie ontheven en vervolgens zeer snel uit zijn ambt gezet door een beslissing van de kerkelijke rechtbank. Dertig jaar lang was hij rector van deze parochie en niet alleen bij zijn parochianen genoot hij veel respect, maar ook in brede kringen van de Russische intellectuelen. Hij was actief in veel kerk gerelateerde en sociale projecten, waaronder het leiden van een orthodox gymnasium, de zorg voor een kindertehuis en hij was regelmatig te zien op tv- en radioprogramma’s. Het was dan ook geen verrassing dat deze plotselinge verwijdering uit al zijn kerkelijke functies en zijn ontzetting uit het ambt, een actieve discussie veroorzaakte op de sociale netwerken en in de massamedia. Een open brief aan de patriarch van Moskou met het verzoek om vader Alexei in zijn functie te herstellen, werd in korte tijd bijna 13.000 keer ondertekend. Kort samengevat staat in de petitie te lezen: ‘Het decreet dat priester Alexei Uminskij verbiedt om zijn taken uit te oefenen, zal duizenden mensen van spirituele steun beroven. Dit is een grote tragedie niet alleen voor veel gelovigen, maar ook voor hospicepatiënten, kinderen, honderden gevangenen en duizenden daklozen. In de huidige moeilijke tijden is het belangrijk dat mensen de mogelijkheid behouden om spirituele steun te krijgen van een geliefde en voor hen belangrijke priester.’

Heilige Rus’

Is dit een uitzonderlijk geval dat verband zou houden met een interview dat vader Alexei twee maanden geleden gaf aan een ‘liberale’ Russische radio of is het een onderdeel van een lange en groeiende trend? In het interview suggereerde vader Alexei in zorgvuldig gekozen bewoordingen (als antwoord op een vraag uit het publiek) dat het in de huidige situatie in Rusland beter is om naar kerken te gaan ‘waar ze meer bidden voor vrede dan voor overwinning’. Dit kan natuurlijk tot grote ergernis hebben geleid bij sommige functionarissen van de Russisch Orthodoxe Kerk (ROK). Vader Alexei was echter een priester met een lange staat van dienst die de patriarchale regels van het spel kende: hij was niet betrokken bij kerkelijke of wereldlijke politiek, was nogal voorzichtig met het kiezen van de juiste woorden en behoorde niet tot de ondertekenaars van de beroemde verklaring van orthodoxe geestelijken tegen de oorlog – de reden van de vervolging van veel priesters en diakens in Rusland, Wit-Rusland en zelfs in ROK-parochies in het buitenland.

De diocesane rechtbank van Moskou verklaarde in haar beslissing over deze zaak het volgende: ‘Tijdens de vergadering van de Kerkelijke Rechtbank van de Russische Orthodoxe Kerk is in overeenstemming met Art. 45, paragraaf 3 van het reglement gesteld dat aartspriester Alexei Uminskij op basis van de 25ste Regel van de Heilige Apostelen, uit het priesterschap wordt gezet wegens het schenden van de priesterlijke eed (eedbreuk), te weten de weigering om te voldoen aan de patriarchale zegen om het “Gebed voor het Heilige Rus’ ” (Rus’ is een archaïsche naam voor Rusland/red.) te lezen in de Goddelijke Liturgie.  Volgens de voorschriften wordt de beslissing ter goedkeuring naar zijne heiligheid patriarch Kirill van Moskou en het heilige Rus’ gestuurd.’  Een standaard argument voor de bestraffing van meerdere orthodoxe priesters sinds dit gebed waarin wordt gevraagd om een overwinning van Rusland in de oorlog tegen Oekraïne, is ingevoerd. Dit gebeurde middels een patriarchaal besluit in september 2022, waarbij alle canonieke normen werden omzeild.

Het papisme van Kirill

Er is veel gezegd en geschreven over de onwettigheid van het gebruik van deze canonieke regel in dergelijke situaties. Op 11 januari publiceerde de Unie van Orthodoxe Journalisten (een auteursgroep geassocieerd met de Oekraïense Orthodoxe Kerk, tot 2022 onder de jurisdictie van Moskou) een artikel waarin werd betoogd dat de daad van patriarch Kirill om op eigen gezag het gebed voor de Heilige Rus’ te reciteren eigenlijk een vorm van ‘papisme’ was: ‘In die zin had vader Alexei Uminskij, net als elke andere priester, het volste recht om het “speciale” gebed niet te lezen om de redenen die al zijn aangegeven: het staat niet in het Dienstboek, het heeft geen conciliaire oorsprong, het is niet goedgekeurd door de Heilige Synode, maar is de wens van één persoon. (…) Het verbannen van een priester uit het ambt alleen omdat hij weigert een gebed te lezen dat in strijd is met zijn ethische of zelfs politieke opvattingen, heeft duidelijk niets te maken met het Koninkrijk der hemelen en brengt daarom enorme schade toe aan de Kerk.’

Een andere prominente orthodoxe theoloog, archimandriet Cyril Hovorun, merkte op: ‘Er was een complete inflatie van kerkelijke straffen. Ze hebben niet langer dezelfde magie. … Canoniek effectieve straffen moeten overtuigende ethische en dogmatische fundamenten hebben. Als ze worden opgelegd op immorele en anti-dogmatische gronden, dan wordt de canonieke component anti-canoniek en ineffectief.’  Hovorun zelf werd ook uit zijn ambt ontzet, slechts enkele dagen na vader Alexei Uminskij.

Geschorst in Madrid

Er zijn tal van minder bekende maar wel vergelijkbare gevallen waarin orthodoxe priesters worden geschorst of uit hun ambt worden gezet omdat ze het nieuwe gebed voor een Russische overwinning niet willen gebruiken of simpelweg het woord ‘overwinning’ vervangen door het woord ‘vrede’ in dit gebed (zoals pater Ioann Koval uit Moskou). En er zijn nog veel meer gevallen waarin geestelijken worden gestraft vanwege hun anti-oorlogshouding. Soms werd deze houding duidelijk geuit (door het ondertekenen van anti-oorlogsbrieven, in interviews of op sociale netwerken), maar vaak werd deze houding niet publiekelijk geuit en kon men dit alleen te weten komen uit persoonlijke contacten, uit bepaalde uitspraken of, zoals eerder gemeld, door het weglaten of vervangen van sommige woorden in de nieuwe gebeden. Vaak zijn het enkele pro-oorlog parochianen die het opmerken en het melden aan de kerk- of staatsautoriteiten. Het gebeurt niet alleen in Rusland of Wit-Rusland, maar ook in ROK-parochies in het buitenland. Vader Andrei Kordotsjkin werd na zo’n melding ontslagen uit zijn kerk in Madrid waar hij rector was en hij werd geschorst als priester.

Het aantal van dergelijke gevallen neemt toe. Helaas is het aantal geestelijken en leken binnen de ROK die de oorlog steunen groter dan een jaar geleden. Dit weerspiegelt de situatie in de Russische samenleving. Archimandriet Cyril Hovorun weet dit goed samen te vatten: ‘In Rusland is de overweldigende meerderheid van de geestelijken en leken voor de oorlog. Van hen is de meerderheid passief en de minderheid actief. Een krimpende minderheid is tegen de oorlog. De meerderheid van deze minderheid is passief tegen de oorlog. En de verdwijnende kleine minderheid van de minderheid is actief tegen de oorlog.’

De kerk waar Uminskij diende

Subcultuur van ‘ortoliberalen’

Is een anti-oorlogsstandpunt (verborgen of geuit) de enige reden voor de bestraffing en ontzetting uit het ambt van de Russische geestelijkheid? Kunnen we de recente gevallen in een bredere context plaatsen? Commentaren van kerkfunctionarissen en ‘patriottische’ activisten kunnen ons hierbij helpen. Bisschop Pitirim(Tvorogov) van Skopinsk, die bekend staat als een ondersteuner van de Russische invasie, noemde vader Alexei Uminskij ‘een uitzaaiing van het liberalisme dat onze kerk is binnengedrongen.’ De fundamentalistische tv-zender Tsargrad zegt over vader Alexei: ‘Deze geestelijke is niet maar een paar jaar betrokken bij politieke activiteiten van de oppositie, nee al zeker tientallen jaren, maar dan wel indirect en dat maakt zijn activiteiten nog gevaarlijker. Sterker nog, hij wist een hele subcultuur rond zijn figuur te organiseren, de zogeheten “ortoliberalen”, politiek liberalen die zich achter de orthodoxie verschuilen.’ In een artikel getiteld ‘Een weerwolf in een soutane werd uit zijn ambt ontzet’, dat eind januari verscheen in de krant Express wordt de priester een ‘schismatische en hypocriete pacifist’ genoemd, ‘een liberale westerling en Russofoob’ en zelfs een ‘Judas figuur’.

Ksenia Luchenko, specialist op het gebied van relaties tussen kerk en samenleving, kent vader Alexei Uminskij al lange tijd en herinnert zich dat de problemen van de priester aanvingen kort voor de grote massaprotesten in Rusland tegen de frauduleuze verkiezingen, in de winter van 2011-2012. Zijn opmerkingen over de betrekkingen tussen de kerk en de autoriteiten veroorzaakten grote ontevredenheid onder kerkfunctionarissen. Vader Alexei schreef toen: ‘Voor ons volk zijn de kwesties van rechtvaardigheid, het beschermen van de eigen waardigheid, de onaanvaardbaarheid van de overheersing van het kwaad, respect voor het individu eindelijk belangrijk geworden’ en ‘Nu zijn veel niet-gelovige mensen, die nog ver van de kerk af staan, maar die zich tot de kerk zouden kunnen wenden, teleurgesteld, omdat ze denken dat de kerk er niet is voor het volk, maar dat de kerk te dicht bij de autoriteiten staat.’

Van Gleb Jakoenin tot Aleksander Men

Deze eenvoudige en voor de hand liggende woorden die destijds tot grote irritatie leidden en nauwelijks getolereerd werden, lijken nu profetisch. Het tolerantieniveau is sindsdien alleen maar gedaald. De ROK die altijd zeer nauw verbonden is geweest met de staat, maar toch een zekere mate van dissidentie toestond en een oogje dichtkneep voor individuele vertegenwoordigers van ‘orthodoxie met een menselijk gezicht’, kan zich nu ze in deze tijd van oorlog een ideologisch aanhangsel van een autoritaire staat is geworden, geen meningsverschillen meer veroorloven. Deze druk van bovenaf wordt aangevuld door de activiteit van een ‘patriottisch gezinde’ kudde, dus we kunnen een toenemende repressie verwachten tegen niet alleen geestelijken die tegen de oorlog zijn, maar ook tegen geestelijken die nog steeds durven te praten over mensenrechten, de plaats van de kerk in de burgermaatschappij, liefde, mededogen en zelfs over vrede in het algemeen.

We kunnen proberen een nog bredere context te bieden voor de recente ontwikkelingen. Er is een zeer lange geschiedenis van vervolgingen van vrijdenkende priesters die het niet eens waren met de positie van de officiële kerk in de Russische (of vroegere Sovjet) samenleving en vooral met haar nauwe band met de staat. We herinneren ons misschien vader Gleb Jakoenin en vader Nikolai Esjliman die in 1965 een open brief schreven aan de patriarch van Moskou, Alexei I, waarin ze betoogden dat de kerk bevrijd moest worden van de totale controle van de Sovjetstaat. Of vader Alexander Men, die zich bewust niet wilde bemoeien met de kerkpolitiek en als zodanig geen kerkdissident was, maar die wel grote invloed had op de kerkelijke en parakerkelijke intelligentsia, inclusief Sovjet-dissidenten; hij was een vrijdenker en uitte zijn ideeën openlijk, en dit riep irritatie op bij zowel de kerkleiding en de KGB, en ook zelfs regelrechte haat. Jakoenin en Esjliman werden uit hun priesterlijke ambt ontheven en Alexander Men werd vermoord door een onbekende fanaticus.

Interne kerkpolitiek

Aan het begin van de perestrojka was er een korte periode van relatieve vrijheid in zowel kerk als de samenleving. Er bleken veel priesters te zijn die oprecht hoopten op snelle veranderingen in de kerk en zij zetten zich hier enthousiast voor in, op zowel kerkelijk als politiek niveau. Maar al snel werden hun activiteiten beknot door de kerkelijke autoriteiten. De deelname van geestelijken aan het politieke leven werd in feite verboden. Veel bekende en goed opgeleide priesters, die gerespecteerd werden en invloedrijk waren onder de intelligentsia en de jeugd, werden van hun kerkelijke posten ontheven. Hierbij valt te denken aan priesters zoals vader Veniamin Novik, vader Ignatij Kreksjin, vader Martirij Bagin, vader Innokentij Pavlov) en sommigen werden gedwongen Rusland en de ROK te verlaten en zich bij de katholieke kerk of andere orthodoxe kerken aan te sluiten.

Vader Veniamin Novik

Ideologische retoriek

Toen de voormalige metropoliet van Smolensk, Kirill, vervolgens aantrad als patriarch, zette deze negatieve zich trend zich voort. De autoritaire kerk werd een leverancier van nieuwe ideologische constructies voor de autoritaire staat (de ‘Russische wereld’, de cultus van de overwinning in de Tweede Wereldoorlog, ‘traditionele waarden’, enz.) en een belangrijke steun bij de geopolitieke spelletjes die er werden gespeeld. In interne kerkelijke aangelegenheden zijn de eisen voor persoonlijke loyaliteit en gehoorzaamheid verscherpt. De priesters van de ROK zijn volledig machteloos geworden. De leken hebben al lange tijd geen rechten en dus ook geen verantwoordelijkheden gehad.

In de staat waarin de ROK en de Russische samenleving zich nu bevinden, wordt elke afwijkende mening gevaarlijk. De staat en de kerk werken actief samen bij het onderdrukken van sentimenten die volgens hen de uitvoering van hun taken in de weg kunnen staan. Dit betekent dat de nadruk nu vooral komt te liggen op controle over onderwijs (scholen en universiteiten) en ideologische retoriek (bescherming van ‘traditionele waarden’). En dit houdt in dat de controle over geestelijken, vooral goed opgeleide geestelijken met brede sociale connecties, alleen maar zal toenemen.

Openingsfoto: Vader Uminskij voor het gebouw van de Drie-eenheidskerk, waarvan hij tot kort geleden priester was. Creative Commons: © NVO

Auteur

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.