Op zaterdag 8 november vierde het Bisdom van de Koptisch-Orthodox Kerk in Nederland dat veertig jaar geleden de eerste kerk, de huidige Maagd Maria Kerk aan de Mosstraat in Amsterdam-Noord, door deze groep christenen in gebruik werd genomen. Broeder Mathijsen osb van de abdij van Egmond was aanwezig en doet verslag van deze bijeenkomst.
Sinds de jaren zeventig waren er al heel wat koptisch-orthodoxe gelovigen in Nederland. Alleen als een priester uit het buitenland aanwezig was, konden zij een liturgie van hun eigen Kerk vieren. In 1985 zond de patriarch van Alexandrië, Zijne Heiligheid paus Shenouda III, de priestermonnik Anba Arseny uit het Egyptisch woestijnklooster El Baramous naar Nederland. Zonder enige kennis van de Nederlandse taal en met een kleine financiële reserve vestigde hij zich in Amsterdam. Voor de kopten was zijn komst een geweldige boost om hun gelovige gemeenschap meer vorm te geven. Deze dagen vieren zij dan ook niet alleen het robijnen jubileum van hun eerste kerkgebouw, maar tevens van de stichter en bouwheer Arseny en van hun kerkprovincie die in die vier decennia is uitgegroeid en verspreid over Nederland en België met elf kerkgebouwen, twee culturele centra en een klooster, met priesters om al deze plaatsen te bedienen, met vele tientallen diakens en met een sterke groep bezielde gelovigen. Reden te over voor een feest.
Onder de aanwezigen waren allereerst de abuna’s van de koptische parochies in ons land, waarvan verschillende vergezeld door hun echtgenote, vanuit de Rooms-Katholieke Kerk de pauselijke nuntius mgr. Jean-Marie Speich, de bisschop van Haarlem-Amsterdam Mgr. Jan Hendriks, de provinciaal van de franciscanen br. Theo van Adrichem OFM, en br. Gerard Mathijsen osb van de abdij van Egmond. De verschillende oosters-christelijke kerken waren goed vertegenwoordigd, de Raad van Kerken in de persoon van de algemeen secretaris ds. Coen Wessel en diverse vertegenwoordigers van bevriende instellingen. Alle gasten werden in het indrukwekkende culturele centrum achter de kathedrale kerk hoffelijk ontvangen en de feestzaal binnengeleid voor een eerste begroeting met een welkomstdrankje, en toen verzocht naar de eerste verdieping te gaan naar de kerkzaal van de Hl. Martelaar Mercurius. Een dienares van de kerk, zoals de vrijwilligsters en vrijwilligers van de koptische gemeenschap zich noemen, heette allen welkom en verzocht de avond te openen met een gemeenschappelijk uitgesproken gebed waarbij Anba Arseny voorging. Deze kreeg vervolgens het woord.
Van woestijnmonnik tot stichter
Op indrukwekkende en ontroerende wijze beschreef Arseny hoe hij hier in 1985 als volslagen vreemdeling aankwam (hij noemde zichzelf niet, maar sprak van een monnik uit Egypte), en beleven mocht hoe uit het niets een warme biddende geloofsgemeenschap groeide die nu over het hele land verspreid is. Naast de eerder genoemde elf kerken en het klooster in Lievelde, vormen drie generaties koptische christenen en mensen die zich bij hen willen aansluiten een hechte geloofsgemeenschap, waar mensen zich inzetten om zowel de oude geloofstraditie te beleven als relevant te zijn voor de samenleving waarvan zij actief deel uitmaken.

Vorming en sociale betrokkenheid
De Koptische Kerk kent naast de priesters ook diakens en het bijzondere is dat deze hun wijding vaak al op zeer jonge leeftijd ontvangen. Daarna begint een jarenlange vorming in geloof, liturgie, zang, kerkgeschiedenis en de talen Arabisch en Koptisch. Alle koptische jeugd krijgt uitvoerig onderricht, vooral in het weekend. Alleen al in Amsterdam zijn meer dan zeshonderd kinderen betrokken bij de zondagschool van de kerk. Een staf van docenten (als ik goed begrepen heb voor het merendeel vrijwilligers) verzorgen deze opleiding. Naast studie is er veel aandacht voor ontspanning, sport en spel, voor culturele ontwikkeling, maar ook voor sociale betrokkenheid. De jongeren bezoeken musea, en ook bejaarden- en verzorgingshuizen, zij leren zich maatschappelijk te engageren, in eigen omgeving, en maken in de vakantie samen ook tochten naar gebieden waar hulp geboden kan worden, zoals in Zuid-Afrika. Over dit alles werden de bezoekers geïnformeerd door een rondgang langs een zestal lokalen, waarin telkens een kleine groep ‘dienaren en dienaressen’ hen met veel inzet en grote deskundigheid informeerde over de diverse activiteiten. Het herinnerde ondergetekende sterk aan zijn eigen vorming in de vijftiger jaren van de vorige eeuw op het Bisschoppelijk College in Weert, waar het bijwonen van de dagelijkse Heilige Mis vanzelfsprekend was, de verkennerij je in je vrije tijd in beslag nam, en er allerlei activiteiten bloeiden als missieclubs en de Vincentiusvereniging. Een vormingsprogramma dat niet veel later, in de jaren zestig ineenstortte.
Drietalig
De koptische gemeenschap steunt echter niet slechts op een klein kader van professionals, maar wordt gedragen door de hele gemeenschap. Het bindt hen met hun thuisland, en het sluit aan bij het zoeken naar zin, waaraan de nieuwe generatie weer behoefte heeft. Niet onvermeld mag blijven dat de gasten in de Mercuriuskerk nog een exposé kregen van een diaken over de liturgische zang, gevolgd door de uitvoering van een hymne in drie talen, het Koptisch, het Arabisch en het Nederlands, gezongen door een kleine schola van diakens, en prachtig begeleid op een snareninstrument, waarop ook gemusiceerd werd tijdens het buffet dat de mooie bijeenkomst besloot. Graag wens ik de Orthodoxe Koptische Kerk, en de Nederlandse samenleving toe dat deze gemeenschap haar bloeiend bestaan met Gods zegen mag voortzetten.
Openingsfoto: Bisschop Arseny tijdens een dienst ©Jacqueline Dersjant
Auteur
-
Gerard Mathijsen is een Nederlandse benedictijner monnik en voormalig abt van de Sint-Adelbertabdij in Egmond-Binnen.
Bekijk Berichten







